Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee
Van beleggers
voor beleggers
desktop iconMarkt Monitor
  • Word abonnee
  • Inloggen

    • Geen account? Registreren

    Wachtwoord vergeten?

Koffiekamer« Terug naar discussie overzicht

boeken over optiehandel

39 Posts
Pagina: «« 1 2 | Laatste | Omlaag ↓
  1. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:42
    kan best zijn dat zij een juiste koersvisie hebben, maar doordat zij de verkeerde optie kopen wordt er alsnog niets verdiend.
    De tijdswaarde en de looptijd van de optie is dus een belangrijke factor om in overweging te nemen. Over het algemeen geldt: kort schrijven en lang kopen. Met kort bedoel ik korter dan drie maanden en met lang langer dan drie maanden.

    Volatiliteit als duvel uit het doosje
    Optiebeleggers die bovengenoemde fout gemaakt hebben door een optie te kopen (of te schrijven) met een verkeerde looptijd, letten voortaan goed op de resterende looptijd van de optie. Wilt u toch een korte optie kopen, zorg er dan voor dat de optie ITM (in the money) is, want dan is de tijdswaarde een stuk kleiner.

    Maar er is nog een andere zeer belangrijke factor waarop gelet moet worden. Deze factor is bij velen relatief onbekend maar oh zo belangrijk. Ik bedoel hiermee de volatiliteit.
    In het vorige artikel schreef ik dat de tijdswaarde van de optie de risicopremie is voor de onzekerheid die de schrijver heeft bij het aangaan van de positie.
    Een langere looptijd zorgt voor meer risico, dus is de tijdswaarde groter voor opties die een langere looptijd hebben. Het risico schuilt daarnaast echter ook in de koersbeweging van de onderliggende waarde zelf. Ter verduidelijking onderstaand voorbeeld.

    We nemen twee aandelen A en B. Beide aandelen hebben dezelfde koers die op bijvoorbeeld €50 staat. Een calloptie of putoptie die nog drie maanden looptijd heeft zou dan in principe voor beide aandelen hetzelfde moeten kosten.
    Stel nu echter dat de koers van aandeel A de afgelopen zes maanden tussen €40 en €60 bewoog en de koers van aandeel B tussen €30 en €70. De koers van aandeel B is dus beweeglijker dan die van aandeel A. Dat betekent dat de schrijver van een optie op aandeel B een hoger risico heeft dat zijn positie verliesgevend wordt, want de bandbreedte waarin de koers bewoog is veel groter dan die van aandeel A. De tijdswaarde van opties op aandeel B zal dus groter zijn dan die van opties op aandeel A.
    De markt maakt van elke onderliggende waarde een inschatting van de volatiliteit voor de resterende looptijd van de diverse opties. Dit gebeurt op basis van de volatiliteit uit het verleden. Als de koers van een aandeel de laatste weken erg wild op en neer heeft bewogen, dan is de zogenaamde 'implied volatility' hoog. Komt de koers de weken daarna weer wat tot rust, dan daalt deze volatiliteit weer en zo ook de risicopremie (tijdswaarde) van de opties.

    ´Implied volatility´
    De volatiliteit van opties wordt in procenten uitgedrukt en kan aan de hand van diverse modellen worden berekend. Voor deze serie artikelen gaat dit echter te ver. Waar het om gaat is dat u met de 'implied volatility' ernstig rekening moet houden.
    Die 'implied volatility' kan direct uit de optiekoers worden afgeleid middels programma's, maar ook via diverse websites kan de 'implied volatility' van de diverse opties worden achterhaald. Daarbij geldt over het algemeen dat elke onderliggende waarde een soort bandbreedte heeft van de 'implied volatility'.
    Zo kan worden bekeken of de huidige volatiliteit hoog of laag is in verhouding tot de historische bandbreedte, dus of opties nu feitelijk relatief duur of goedkoop zijn. Dure opties moet je dan schrijven, want er zit teveel lucht in de ballon en goedkope opties moet je
  2. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:42
    kopen, want de tijdswaarde is minimaal.

    Toen de AEX-index in maart 2003 zijn dieptepunt bereikte rond 220 punten, lag de volatiliteit ruim twee keer boven het gemiddelde en was het schrijven van OTM (out of the money) opties zeer interessant. Wie toen echter ATM of OTM callopties kocht, kwam bedrogen uit. De koers van de AEX steeg weliswaar fors, maar het verlies aan tijdswaarde op de veel te dure opties was zo groot dat winst niet kon worden behaald. Dit wil overigens niet direct zeggen dat dure opties automatisch snel goedkoper worden en andersom. De huidige situatie op de beurs geeft dat goed aan.
    De volatiliteit van bijvoorbeeld de call AEX MEI 370 ligt nu rond 5%. In de 15 jaar dat ik mij met opties bezig houd heb ik nog nooit een dergelijk lage volatiliteit meegemaakt. Voor callopties op de AEX-index ligt die volatiliteit gemiddeld rond 15%, voor putopties is die meestal hoger. Opties zijn nu dus goedkoop, maar worden zij dan snel duurder? Nee, want een jaar geleden lag de volatiliteit ook al ruim onder het gemiddelde en waren opties dus ook 'goedkoop'. Sindsdien is de volatiliteit alleen maar verder gedaald, omdat de koers van de AEX-index heel regelmatig en zonder grote uitschieters bewoog. Het is dus heel gevaarlijk om door enkel naar de gemiddelde 'implied volatility' te kijken meteen conclusies te trekken en ernaar te handelen.
    Effect op de premie
    Als afsluiter wil ik u een voorbeeld geven van het grote effect dat de volatiliteit heeft op de premie van een optie.
    Op het moment van schrijven noteert de call AEX MEI 370 €2,45, met een 'implied volatility' van 5,13%. Stel nu dat de volatiliteit omhoog gaat naar 10%, dan noteert de optie, onder verder gelijke omstandigheden, €4,70. Dit is dus bijna het dubbele van de huidige premie. De volatiliteit heeft dus een zeer grote invloed op de premie van een optie en het is dus ook zeer belangrijk deze mee te nemen in de overweging om een positie aan te gaan

    6. Invloeden dividend en de Grieken
    Zoals in de voorgaande artikelen in deze serie werd uiteengezet, zijn de belangrijkste prijsbepalende factoren van opties de koersverandering van de onderliggende waarde, het aflopen van de tijd tot expiratie en de volatiliteit. Er zijn echter meer factoren van invloed.
    Uiteraard is ook de uitoefenprijs van de optie prijsbepalend, maar dat is een vast gegeven, in tegenstelling tot de eerdergenoemde dynamische factoren. Verder speelt de rente een rol en eventuele dividenden van de onderliggende aandelen. Het effect van de rente op de prijs van een optie is echter zo klein dat we dat buiten beschouwing laten. Bij dividenden ligt dit anders, zodat enige uitleg noodzakelijk is.
    Invloed van dividenden
    In principe is het zo dat op de dag van de dividenduitkering de koers daalt met de waarde van het dividend. Dit betekent dat callopties goedkoper worden en putopties duurder. Dit gebeurt echter niet pas op de dag van de dividenduitkering, doch reeds vanaf het moment dat beleggers weten hoeveel dividend er op die dag wordt uitgekeerd.
    Stel de koers van een aandeel staat op 14 februari op €53. Het is bekend dat dit aandeel op 16 april een dividend ter hoogte van €3 uitkeert. De koers van het aandeel dient nu te worden gecorrigeerd met de contante waarde (de waarde gecorrigeerd voor de rente) van het dividend, namelijk €2,98. Op de koers van €53 dient dus feitelijk nu €2,98 in mindering worden gebracht en deze waarde dient als uitgangspunt voor de berekening van call- en putopties. De koers van het aandeel voor de optieberekening is dus feitelijk €50,02.
    Is er dus een dividendbetaling tijdens de looptijd van de optie, dan noteren calls lager in prijs en puts hoger. Het is belangrijk dat beleggers dit punt begrijpen, anders bestaat de kans dat
  3. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:43
    men gelooft dat de opties te duur of te goedkoop zijn en op basis van deze verkeerde interpretatie actie onderneemt.
    De Grieken
    Aandelenbeleggers kennen feitelijk slechts één risico en dat is of de koers omhoog gaat of omlaag. Optiebeleggers lopen meerdere risico's. Elke verandering van een prijsbepalende factor is een risico. Om dit risico kwantificeerbaar te maken, worden er bij opties Griekse termen gebruikt. Onderstaand treft u een overzicht van aan van de verschillende soorten risico's en de daarbij horende termen:
    Koersverandering onderliggende waarde: Delta
    Verandering van de koersgevoeligheid van de optie: Gamma
    Aflopen looptijd van de optie: Theta
    Verandering van de volatiliteit: Vega
    Verandering van de rente: Rho

    Delta
    Als de koers van de onderliggende waarde stijgt of daalt, dan heeft dit een effect op de prijs van de optie. Hoe groot dat effect is wordt de delta genoemd. Als de koers van een aandeel met €1 stijgt en de prijs van een calloptie stijgt met €0,50, dan bedraagt de delta dus +0,5. Tegelijkertijd daalt de prijs van de put. Als dat bijvoorbeeld €0,40 is dan is de delta dus -0,4. De delta van een calloptie beweegt altijd tussen 0 en +1, die van een putoptie tussen 0 en -1. Ook is het zo dat de delta van een call plus de absolute waarde van de putdelta altijd gelijk is aan 1. Als de delta +1 of -1 is, dan beweegt de optie dus volledig mee met het aandeel. Dit gebeurt als de opties flink ITM is en er amper tot geen tijdswaarde resteert.
    ATM opties hebben grofweg een delta van 0,5. De koersverandering van de onderliggende waarde wordt dus in eerste instantie voor rond de helft vertaald in een prijsverandering van de ATM call en put. Naarmate de koers echter blijft stijgen, wordt de aanvankelijk ATM calloptie een ITM calloptie en de ATM putoptie een OTM putoptie.
    De delta van de call stijgt dus geleidelijk van rond 0,5 naar 1 en de delta van de put daalt geleidelijk van -0,5 naar 0. Deze verandering van de delta wordt de gamma genoemd en is het grootst bij ATM opties. Immers, hier is de stap van ATM naar ITM of van ATM naar OTM snel gemaakt en treedt dus het snelst een toename of afname van de delta op.
    Naarmate een optie dieper ITM of OTM is, blijft de delta stabieler en is de gamma dus kleiner. De delta wordt met name gebruikt bij scenario analyses en zogenaamde delta neutrale strategieën. Als u verwacht dat uw aandeel €5 in koers gaat oplopen, dan kunt u grofweg verwachten dat een ATM call met rond €2,50 gaat stijgen. Ligt de delta van de optie die u wilt kopen of bijvoorbeeld +0,7, dan zal die optie met rond €3,50 stijgen.
    Bij deltaneutrale strategieën komen we op het gebied van de professionals terecht. Doel van de strategie is dat alle posities van calls en puts bij elkaar een delta hebben van 0. Stel u koopt een ATM calloptie en u koopt een ATM putoptie, dan ligt de delta van deze gecombineerde positie op ongeveer 0. De koersveranderingen van beide opties heffen elkaar, in eerste instantie, namelijk op. In latere artikelen zal ik dieper ingaan op deltaneutrale strategieën.
    Truc om de delta te bepalen
    Hoe weet u overigens wat de delta is van een optie? Indien u beschikt over computerprogrammatuur dan wordt dit razendsnel voor u berekend. Er is ook een, zij het nogal grove, manier om de delta te berekenen. Tel van een serie (bijv. de calls en puts van AEX mei 350) de prijs van de beide opties bij elkaar op. Deel vervolgens de prijs van de call door deze som en u heeft de delta van de call. Hetzelfde kunt u doen voor de delta van de put. Het is niet echt exact, maar het kan ermee door als u snel wat berekeningen wilt doen in uw hoofd.
  4. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:43
    Theta
    Door het aflopen van de tijd tot aan expiratie verdwijnt de tijdswaarde van een optie. De theta geeft aan hoeveel cent er uit de optie verdwijnt met het verstrijken van één dag. De theta is het grootst bij ATM opties, want die hebben de meeste tijdswaarde. Naarmate de looptijd steeds korter wordt, neemt de theta toe. Dit gebeurt met name in de laatste drie weken van de looptijd. Daarvoor neemt de theta maar heel geleidelijk toe. Vandaar dat optieschrijvers altijd kijken naar een optie met een hoge theta, want het verstrijken van de looptijd betekent automatisch dat steeds meer tijdswaarde uit de optie verdwijnt.
    Vega
    Tenslotte de Vega. De Vega is een maatstaf voor de gevoeligheid van de prijs van de optie voor een toe- of afname van de volatiliteit. In het vorige artikel gaf ik een voorbeeld hoeveel de prijs van een optie kan veranderen als de volatiliteit toeneemt. De Vega geeft aan hoeveel de optie meer of minder waard wordt bij een toe- of afname van de volatiliteit van 1%. Stel de Vega bedraagt 0,2, dan zal zowel de calloptie als de putoptie met 20 cent in waarde stijgen als de volatiliteit met 1% toeneemt. Het omgekeerde geldt voor een daling van 1% van de volatiliteit. Aangezien de volatiliteit alleen een effect heeft op de tijdswaarde van de optie en niet op de intrinsieke waarde ervan, geldt dat ATM opties de hoogste Vega hebben.
    Uit de bovenstaande analyse van de risicoparameters blijkt dat ATM het meest te maken hebben met elk van de drie Grieken. ATM opties hebben de hoogste Gamma, de hoogste Theta en de hoogste Vega. Deze opties zijn dus omgeven door de grootste onzekerheid. ITM opties zijn minder gevoelig voor de theta en de vega, maar hebben wel de grootste delta. OTM opties tenslotte zijn het minst gevoelig voor deze risicoparameters. Nu we de theoretische basis hebben gelegd, zullen we in de komende artikelen nader ingaan op diverse strategieën die met opties gemaakt kunnen worden.

  5. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:43
    7. Eenvoudige optiestrategieën
    In de voorgaande artikelen werd een theoretische basis gelegd voor het begrip van opties en de daaraan verbonden aspecten. Deze kennis is absoluut noodzakelijk om op een verantwoorde manier optiestrategieën te bedenken en posities in te nemen. Als u de gehele reeks tot nu toe heeft gevolgd dan is het belangrijkste dat u weet dat de premie van een optie niet alleen afhankelijk is van de koers van de onderliggende waarde, doch ook van de volatiliteit. Hoe hoger de volatiliteit, des te hoger het risico voor de schrijver van een optie die dat vertaalt in een hogere optiepremie. Tevens moet ook duidelijk zijn dat niet elke optie hetzelfde is. Er zijn ATM, OTM en ITM opties en deze reageren elk anders op de koers van de onderliggende waarde (delta en gamma), op een verandering van de volatiliteit (vega) en het verstrijken van de factor tijd (theta).

    Optiestrategieën
    In de komende artikelen zal ik nader ingaan op diverse optiestrategieën. Opties zijn net legostenen, je kunt er simpele huisjes mee bouwen of erg complex ogende constructies. In principe kan veel, zo niet alles, met opties worden gesimuleerd. Aandelen bijvoorbeeld kunnen middels een combinatie van een geschreven put met een gekochte call worden gesimuleerd. Dit zijn zogenaamde synthetische aandelen. Ook obligaties kunnen met opties worden 'nagebouwd' en wat dacht u van de bekende garantieconstructies? Daar komen vaak geen aandelen of obligaties bij kijken maar enkel opties. Het spectrum van strategieën wijdt zich dus ver uit, maar de nadruk zal in deze serie bijdragen liggen op strategieën die particuliere beleggers zelf kunnen toepassen.
  6. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:44
    Het begin: kopen en schrijven van enkele opties
    Veel, zo niet de meeste particuliere beleggers beperken zich tot het kopen van callopties of het kopen van putopties. Het is feitelijk een rechttoe-rechtaan strategie met een duidelijke visie. De koper van een call verwacht een stijgende koers, waardoor de callpremie stijgt. De putkoper verwacht een koersdaling van de onderliggende waarde, waardoor de putpremie stijgt. In begin dus duidelijk en helder. Maar bij de keuze van de optie wordt het al wat lastiger en hier worden vaak de meeste fouten gemaakt.
    Het kan namelijk zijn dat u een koersstijging verwacht en u toch geld verliest op de gekochte callopties. Dit komt dan doordat u een call heeft gekocht met een te korte looptijd, zodat het verlies aan tijdswaarde groter is dan de toename van de premie als gevolg van de koersstijging van de onderliggende waarde.
    Het kan daarnaast zijn dat u de optie kocht op het moment dat de volatiliteit erg hoog was en deze daarna fors daalde, waardoor de optie ook meer in premie daalde (vega) dan de toename in premie als gevolg van een koersstijging van de onderliggende waarde.

    Zelf bepaal ik eerst op wat voor termijn de koersvisie (stijging of daling van de onderliggende waarde) moet uitkomen. Als de verwachting is dat de koers binnen een termijn van één tot twee weken dient te stijgen of dalen, dan ligt het voor de hand een kortlopende ITM optie de kopen, want deze heeft een hoge delta en lijkt zo qua koersbeweging op de onderliggende waarde zelf. Er is geen of amper verlies aan tijdswaarde.
    U kunt zo maximaal profiteren van de koersbeweging, maar loopt ook het gevaar op een hoger verlies. De hoge optiedelta keert zich bij een tegengestelde koersbeweging namelijk tegen u. Money management, oftewel het plaatsen van duidelijke stop niveaus waar u de positie sluit, is dus noodzakelijk.

    Langere visie
    Als de verwachting van een koersstijging of -daling enkele weken tot enkele maanden is, dan komen ATM en OTM opties in beeld. Ik ga er in beginsel vanuit dat een korte visie gepaard gaat met een beperkte koersbeweging en een wat langere visie met een wat grotere koersbeweging. Door in te spelen op bijvoorbeeld een wat grotere koersstijging, zeg 10%, kunt u aanvankelijk profiteren van de absoluut goedkopere ATM of OTM opties. Stijgt de koers, dan zal de optie in eerste instantie slechts voor een deel meelopen met de koers van de onderliggende waarde, omdat de delta rond 0,5 (ATM) of kleiner is (OTM).
    Naarmate de koers echter verder stijgt, krijgt de optie meer intrinsieke waarde en stijgt zodoende ook de delta. Let er dan wel op dat de optie in beginsel nog een looptijd heeft van minimaal drie maanden of meer. De ATM en OTM optie heeft namelijk alleen maar tijdswaarde aan het begin en is dus zeer gevoelig voor de theta, dus de premiedaling als gevolg van het verstrijken van de tijd. De theta is het grootst bij opties met een looptijd van minder dan een maand. Bij opties die nog minimaal enkele maanden lopen, loopt u dus minder risico meteen een flink deel van de premie kwijt te raken als uw visie niet meteen uitkomt, doch pas iets later.

    Let op volatiliteit
    Ook de volatiliteit is van belang. De volatiliteit beïnvloedt enkel de tijdswaarde van opties, dus ATM en OTM opties zijn het meest gevoelig voor de vega. Kortlopende opties hebben
  7. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:45
    daarnaast meer last van een daling van de volatiliteit dan langer lopende opties. Kijk dus voor de koop van de optie of de implied volatility in verhouding tot de historische bandbreedte hoog of laag is. Het geeft u geen zekerheid dat de volatiliteit snel de andere kant op gaat, maar u weet wel of een optie 'duur' of 'goedkoop' is. Opties zijn nu bijvoorbeeld relatief goedkoop, maar begin 2003, toen de beurs enorm daalde en dagelijks grote koerssprongen maakte, waren opties schreeuwend duur en was het zeer moeilijk en gevaarlijk om met gekochte ATM of OTM opties goed geld te verdienen.
    Als u dus een koersstijging verwacht van de onderliggende waarde en de implied volatiliteit is relatief hoog, dan is het interessanter om een kortlopende ATM of OTM putoptie te schrijven. Onder kortlopend versta ik een resterende looptijd van zes weken en minder. Deze optie heeft door de hogere volatiliteit ondanks de korte looptijd nog een relatief hoge premie, die elke dag minder wordt. Bij een verwachte koersdaling is het schrijven van een call met een hogere premie dan aan te raden. De factor tijd doet het werk voor u en de visie kan wat ruimer worden geformuleerd. Bij de koop van een calloptie moet de koers stijgen, anders maakt u geen winst. Schrijft u een putoptie, dan maakt u winst zolang de koers van de onderliggende waarde niet daalt onder de uitoefenprijs van de put. In het geval van een geschreven putoptie die licht OTM is, mag de koers dus stijgen, gelijk blijven en zelfs iets dalen om de ontvangen optiepremie geheel te verdienen.

    Risico van geschreven opties
    De keerzijde van het schrijven is het potentiële risico. Als het echt fout gaat, gaat het goed fout. Uw winstpotentieel is altijd beperkt tot de ontvangen premie van de geschreven optie, maar als deze intrinsiek wordt, kan het verlies zeer fors oplopen. Bij het sluiten van de positie moet de optie dan voor een zeer hoge premie worden teruggekocht. Het schrijven van opties biedt dus het voordeel van meer winstscenario's en de factor tijd die in uw voordeel werkt, terwijl de koper van een optie echt afhankelijk is van een koersstijging of -daling van de onderliggende waarde, die dan ook nog eens binnen niet al te lange tijd moet inzetten, anders loopt de tijdswaarde af.
    Daar staat tegenover dat de optiekoper een vooraf gemaximaliseerd risico heeft (de optiepremie) en dat heeft de schrijver niet. Je kunt op voorhand niet zeggen welke strategie beter is, want dat hangt, zoals boven beschreven, van de situatie af. Over het algemeen zeg ik echter, in tijden van hoge volatiliteit korte OTM opties schrijven en in tijden van lage volatiliteit langere (langer dan drie maanden) OTM of ATM opties kopen. Bij een zeer korte visie (minder dan twee weken) beperk ik mij tot het kopen van een ITM optie, want dan weegt het schrijven van een call of put niet op tegen de risico's. Ervaren optiebeleggers zullen het daar niet mee eens zijn, want er zijn velen die zo hun brood verdienen, maar bedenkt dat deze serie bedoeld is voor de gemiddelde belegger die niet in staat is continue voor het scherm te zitten.

    8.Meer eenvoudige strategieën
    De vorige keer maakte ik een begin met de uitleg van eenvoudige optiestrategieën, waarbij de belegger slechts een calloptie of putoptie koopt dan wel schrijft.
    In dit artikel zal ik een vervolg geven op deze eenvoudige strategie. We bekijken achtereenvolgens het gedekt schrijven van callopties, al dan niet in combinatie met een geschreven put en het synthetische aandeel long en short.
    Gedekt en ongedekt schrijven
    Als u een calloptie schrijft dan heeft u de keuze tussen gedekt en ongedekt schrijven. In het
  8. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:45
    vorige artikel ging ik uit van het schrijven van een calloptie, zonder dat de onderliggende waarde, in casu de aandelen, in bezit waren.
    Dit heet ongedekt schrijven. De maximale winst is beperkt tot de ontvangen optiepremie, het maximale verlies is in principe onbeperkt. Stel namelijk dat de koers van het aandeel enorm oploopt, dan gedraagt de calloptie zich door de naar maximaal 1 oplopende delta net als een aandeel.
    Alleen dan als een aandeel dat men short zit, dus feitelijk moet leveren tegen een veel hogere koers. Het schrijven van callopties kan echter ook in combinatie met het bezit van het onderliggende aandeel.
    Stel u heeft 100 aandelen Philips (koers thans €20,67) en u schrijft de call aug 21 voor €0,70. Als u voor elke 100 aandelen één calloptie schrijft, dan bent u volledig gedekt.
    Als de koers van Philips op de derde vrijdag van augustus boven €21 staat, dan dient u de aandelen tegen de uitoefenprijs te leveren (of de calloptie intrinsiek terugkopen als u de aandelen wilt behouden).
    Uitgaande van de huidige koers van €20,67 maakt u dus nog €0,33 winst op de aandelen plus de premie op de optie. In totaal een winst van €1,03 (excl. transactiekosten), hetgeen een kleine 5 procent rendement is.
    Het risico bestaat daarin dat de koers van Philips op expiratie van de call veel hoger staat dan €21 en u dus winst op de aandelen misloopt. Immers, boven €21 wordt de winst op de aandelen volledig negatief gecompenseerd door de geschreven calloptie.
    Het interessante van deze strategie is dat u de tijdswaarde van opties benut om extra rendement te maken. Zolang de koers van het aandeel per saldo zijwaarts gaat of maar licht hoger of lager, kunt u door meerdere malen calls op de aandelen te schrijven een interessant rendement maken, ook in een saaie markt.
    De ontvangen premie dient tevens als een beperkte buffer tegen een koersdaling van het aandeel. Het schrijven van callopties is het meest interessant als de volatiliteit hoger is, want dan ontvangt u ook een hogere optiepremie.
    Deze hogere premie verhoogt het mogelijke rendement of u kunt ervoor kiezen om een calloptie te schrijven met een hogere uitoefenprijs, zodat u meer ruimte voor de koers van het aandeel laat.
    Een en ander hangt af van uw visie op het aandeel. Uiteraard is het mogelijk om het aantal geschreven calls te variëren, door bijvoorbeeld minder calls te schrijven dan dat u aandelen heeft of juist meer (deels dus ongedekt), als u verwacht dat het aandeel echt niet in koers zal stijgen.
    Gedekt calls schrijven met ongedekt puts schrijven
    U kunt deze strategie eventueel combineren door ook puts te schrijven. Geschreven puts zijn altijd ongedekt, want u verplicht zich de aandelen te kopen indien de koper van de puts gebruik maakt van zijn recht om de aandelen aan u te verkopen tegen de uitoefenprijs.
    Dat zal alleen gebeuren als de koers van het aandeel onder de uitoefenprijs staat en de optie (bijna) expireert. Door op de aandelen calls te schrijven en puts ontvangt u van twee kanten premie.
    Voorwaarde tot winst is dat de koers van het aandeel tussen de uitoefenprijs van de put en de call blijft. Stel, we nemen het vorige voorbeeld als uitgangspunt en we schrijven tevens de put aug 20 voor €0,50. U ontvangt samen dus €1,20 en die winst is maximaal als de koers op expiratie hoger staat dan €20 en lager dan €21.
    Als de koers van Philips op expiratie boven €21 staat, dan behaalt u dus een maximale winst van €0,33+€1,20=€1,53, oftewel 7,4 procent. Dat is geen slecht rendement voor drie maanden looptijd. Ligt de koers op expiratie echter onder €20, dan moet u voor elke geschreven put 100 aandelen Philips kopen tegen €20. Let er dus op dat u dat geld ook heeft.
  9. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:46
    If you use an on-line broker service like Scottrade, I'd start there. I'd go through their pamphlets. Then, I'd swing by a local college that offers an investment class and go into their business library. Go to their reference stack and get their copy of their investment class text book. It will have a chapter on Options. Now that options are so common there may be several chapters on them. It may take more than a few sit downs with the stuff. Go through the chapter ending questions. Answer them and answer them correctly. Now that might take more than a few sessions.

    Once through that homework, you are then ready to pick up an options book. Fred Weston is a financial author that I'm familiar with and isn't too mathmatically opaque. Realize that most option theory will force you to be conversant with Calculus and even up to the Integral calculus level (second year advanced calculus).

    Options can even fall into game theory which is the class beyond Calculus. There are maximums and minimums graphic solutions in options and the formulae can get really opaque for a non-mathmatical analyst.

    So, this is why I suggest a several steps to be taken before you jump into just plain Options. You'll need to discover your own comfort zone and play them at that level.
  10. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:46
    Natuurlijk kunt u ook altijd de put terugkopen. Deze strategie, ook wel aandeel plus short strangle genoemd, is met name interessant als het aandeel een tijdlang consolideert en de bandbreedte die u door het schrijven van de call en put opzet, ruim genoeg is.
    In dit voorbeeld betwijfel ik of dat zo is, want mij lijkt een bandbreedte van €1 iets aan de krappe kant. Echter, het voornaamste risico zit aan de onderkant, dus mocht het aandeel stijgen in koers, dan maakt u altijd nog ruim 7 procent rendement.
    Vanuit dit visie bezien is deze strategie interessant als u 'zeker' weet dat het aandeel in ieder geval niet veel verder in koers zal dalen, maar u betwijfelt of de koers veel kan stijgen.
    Synthetische aandelen long en short
    Met opties kunt u veel simuleren, zo ook aandelen. Het gaat er feitelijk om de deltapositie gelijk te krijgen aan die van het aandeel (die is altijd 1 of in het geval van een short aandeel -1).
    U kunt een gekocht aandeel simuleren door een calloptie te kopen die enkel nog intrinsieke waarde heeft, want de delta daarvan is zo goed als 1. Hiervoor dient u echter wel een forse premie te betalen. Wilt u dat niet, dan bereikt u hetzelfde effect door een ATM call te kopen en tevens een ATM put te schrijven.
    De ontvangen premie op de put is meestal ongeveer gelijk aan de betaalde premie voor de call, zodat u 'gratis' een aandeel heeft. Wel dient u margin te hebben, die voor de geschreven put wordt gevraagd.
    Het voordeel van deze combinatie is dat u voor veel minder geld in dezelfde aandelen kunt handelen, dus u verhoogt uw rendement. Dat geldt echter ook voor het risico, want als de koers van het aandeel daalt, dan maakt u net zoveel verlies als ware het dat u het aandeel direct in portefeuille had.
    Aangezien de oorspronkelijke inleg echter veel kleiner is, zal het procentuele verlies oplopen. Deze strategie is interessant als u bijvoorbeeld een obligatieportefeuille heeft en u wilt deze obligaties als margin gebruiken voor de geschreven puts.
    Zo gebruikt u de obligaties om wat hefboom op de portefeuille te creëren. Denk er wel om dat eventueel verlies op de put (als de koers van het aandeel daalt) echt moet worden betaald, dus enig kasgeld is wel vereist.
    Bij de koop van een ITM calloptie is uw risico wat kleiner. Het is sowieso beperkt tot de betaalde premie, maar tevens speelt de delta in uw voordeel. Mocht de koers van het aandeel namelijk dalen, dan zal in eerste instantie de calloptie evenredig dalen met het aandeel.
    De delta is immers 1. Maar naarmate de koers verder daalt, gaat de calloptie van ITM naar ATM en zakt de delta van 1 richting 0,5. Het verlies op call wordt dus steeds kleiner. Door een calloptie te schrijven en een put te kopen, simuleert u een shortpositie in aandelen.
    Daalt het aandeel in koers, dan maakt u winst, bij een koersstijging verlies. Aangezien de meeste particuliere beleggers niet direct short kunnen gaan in aandelen, is dit een interessant alternatief met hetzelfde risicoprofiel.

    9. Strangles en straddles
    In deze en volgende bijdragen ga ik nader in op meer complexere strategieën, waarbij twee of meer opties bij betrokken zijn. In dit artikel staat de long straddle en strangle strategie centraal, in het volgende artikel ga ik nader in op de short straddle en strangle.
    Kopen van call en puts
    Als u een koersstijging verwacht dan koopt u een call en als u een koersdaling verwacht koopt u een put. Echter, welke visie ligt er ten grondslag aan het tegelijkertijd kopen van een call en een put met dezelfde afloopdatum? Laten we voor de uitleg daarvan een voorbeeld nemen.
    We kopen de AEX c sep 370 voor €9 en tegelijkertijd de AEX p sep 370 voor €9,20. Deze combinatie van call en put met dezelfde uitoefenprijs en dezelfde afloopdatum heet in
  11. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:46
    vaktermen een long straddle.
    Een straddle kan worden vertaald als 'spreidstand' en als we naar het winst/verliesscenario van deze positie kijken zal blijken waarom deze naam van toepassing is voor deze strategie. De totale investering voor deze long straddle bedraagt €18,20*100 = €1820 (plus kosten).
    Stel, u houdt de beide opties aan tot expiratie, dan zult u winst maken als de AEX-index onder 351,80 staat of boven 388,20. In eerstgenoemde scenario wordt de put namelijk afgerekend op €18,20 en in het tweede scenario wordt de call op die prijs afgerekend. Met andere woorden, het gaat erom dat de index zodanig daalt dat de put duurder wordt dan de totale investering of de index zover stijgt dat de call meer waard is dan de totale investering.
    U speculeert dus niet op een bepaalde richting, maar wel op het feit dat er een flinke beweging aankomt. Die beweging moet wel behoorlijk groot zijn, want u betaalt voor twee opties, maar kunt er maar op één winst maken.
    Vechten tegen de tijd
    Althans, dat is het scenario als u de positie tot aan expiratie aanhoudt, een strategie die ik niet zou adviseren. Aangezien de long straddle namelijk een combinatie is van twee ATM opties, heeft u de maximale verwachtingswaarde gekocht en weet u zeker dat die aan het einde van de looptijd geheel verdwenen is.
    Dit verlies aan verwachtingswaarde moet dan overtroffen worden doordat een van beide opties zoveel intrinsieke waarde krijgt dat de positie nog winst maakt. Dat is vragen om moeilijkheden. De feitelijke bedoeling van de long straddle is dat de verwachte flinke beweging van de index vrij snel gebeurt en wel voordat de opties flink aan tijdswaarde verliezen.
    Vanuit dat standpunt bezien is het dan ook verstandig om voor een long straddle altijd opties met een minimale looptijd van drie maanden te kiezen, want dan zet het premieverval (theta) nog niet zo hard in.
    Stel dat de visie van een snelle en krachtige daling of stijging van de index uitkomt, dan zal de put (bij een daling) of de call (bij een stijging) veel meer in waarde stijgen dan de andere optie in waarde daalt. In eerste instantie zijn beide opties ATM en hebben dus een delta rond 0,5, maar zodra een optie intrinsiek wordt ontstaat een uitgesproken negatieve of positieve deltapositie.
    De beginpositie van de long straddle is zo goed als nul (plus 0,5 voor de call en minus 0,5 voor de put) en daarom wordt dit ook een delta neutrale positie genoemd.
    Toename volatiliteit
    Een andere manier om geld met een long straddle te verdienen is door te profiteren van een toename van de volatiliteit. Het beste moment om een dergelijke positie op te zetten is als de volatiliteit laag is, want dan zijn ook de optiepremies laag.
    Op dit moment staat de implied volatility voor de call sep 370 op 8,4 procent en die van de put sep 370 op 14,58 procent. Stel dat de volatiliteit van de call toeneemt naar 12 procent en die van de put naar 20 procent, een niet zo gekke gedachte, dan zal de combinatie van call en put stijgen van €18,20 naar €24,85.
    De long straddle weet dus maximaal te profiteren van een toename van de volatiliteit en wordt dan ook zeer vaak voor dit doel gebruikt.
    Long strangle
    Als de combinatie van call en put niet dezelfde uitoefenprijs heeft maar elk een ander, bijvoorbeeld de AEX c sep 380 en de AEX p sep 360, dan spreken we van een long strangle.
    De totale investering is lager, in dit voorbeeld €10, maar daar staat tegenover dat het bereik, waarbinnen de positie verlies maakt, groter is. De AEX zal nu tot onder 350 moeten dalen of tot boven 390 moeten stijgen om winst te maken op expiratie.
    Ook dit is in beginsel een deltaneutrale positie, maar omdat de uitoefenprijzen van de call en
  12. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:47
    put verder van de werkelijke koers (die staat op het moment van schrijven rond 370) verwijderd liggen, zal de koers verder moeten stijgen alvorens een van de opties intrinsiek wordt en echt geld oplevert. Dat geldt ook voor de het volatiliteitsaspect.
    De vega is het grootst voor ATM opties en dus zal een toename van de volatiliteit de grootste gevolgen hebben voor de long straddle, die bestaat uit twee ATM opties. De long strangle profiteert uiteraard ook, maar gewoon wat minder. Het is feitelijk een wat minder agressieve variant van de long straddle.
    Ervaring
    Long straddles en strangles lijken eenvoudig qua opzet, maar vergeet niet dat de factor tijd niet in uw voordeel werkt. Het is dan ook van groot belang opties te kopen die nog niet al te gevoelig zijn voor de theta, dus geen optie die nog maar een maand looptijd heeft.
    Daarnaast is het van groot belang een stop loss te definiëren in de vorm van de factor tijd. Geef uw visie van een flinke koersbeweging en/of een toename van de volatiliteit een bepaalde periode de tijd en gebeurt het niet, sluit de positie.
    U zou niet de eerste zijn die ten prooi valt van de 'sluipmoordenaar' tijd, die stukje bij beetje de verwachtingswaarde van uw opties opslokt. De long straddle en long strangle is mijns inziens dan ook beter geschikt als strategie als u al een beetje ervaring heeft met opties.

    10.Short strangles en straddles
    In mijn vorige bijdrage besprak ik de combinatie van een gekochte calloptie met een gekochte putoptie die beide dezelfde afloopdatum hebben en tevens dezelfde uitoefenprijs.
    In vaktermen heet deze strategie een long straddle. Doel van deze strategie is om te profiteren van een voldoende grote stijging van de onderliggende waarde, waardoor of de call of de put meer waard wordt dan de oorspronkelijke investering voor beide opties tezamen.
    Ook zonder een flinke koersstijging is het mogelijk om winst te maken met de long straddle en dat is wanneer de volatiliteit op korte termijn flink toeneemt. Dit heeft het effect dat zowel de call als de put meer waard wordt.
    Vechten tegen theta
    De long straddle (bij een combinatie van call en put met verschillende uitoefenprijzen spreken we van een long strangle) heeft als voordeel het mogelijk zeer grote winstpotentieel als de koers flink stijgt of daalt en de mogelijkheid om direct te profiteren van een volatieler wordende beurs.
    Het grote nadeel is echter de factor tijd. U koopt opties met veel, zo niet de meeste verwachtingswaarde (ATM opties) en dat is vechten tegen de theta.
    Echt vaak succes zult u met deze strategie dus niet hebben, omdat de markten meestal wel binnen een bandbreedte bewegen. Als u succes heeft, dan is de winst echter groot.
    Long straddle op zijn kop
    Wie juist wil profiteren van het feit dat markten 70 procent van de tijd over een periode van twee maanden binnen een bandbreedte bewegen van zo'n 5-10 procent, keert de strategie op zijn kop.
    Niet langer worden call en put gekocht, maar nu worden deze geschreven. We nemen als voorbeeld de AEX c aug 385 (€ 4,60) en de AEX p aug 385 (€ 8,40). Samen levert deze short straddle een premie op van € 13. Met andere woorden, de combinatie maakt winst zolang de AEX op de derde vrijdag van augustus tussen 398 (385+13) en 372 (385-13) blijft. Dat is een bandbreedte van bijna 7 procent en op zich lijkt het geen onmogelijke gedachte dat de index tussen deze grenzen blijft.
    Het beste scenario is overigens een expiratiestand op precies 385, want dan lopen beide opties waardeloos af en kan de positie zonder te betalen worden gesloten.
  13. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:47
    Slapend rijk worden
    Het voordeel van de short variant van de straddle is dat u slapend rijk wordt. Althans, dat is het geval als de bandbreedte altijd intact zou blijven.
    U schrijft enkel verwachtingswaarde en elke dag dat de expiratie dichterbij komt speelt in uw voordeel. Dit is met name het geval als u kortere opties (een- tot tweemaands) schrijft. Het addertje onder het gras is wel dat uw maximale winst beperkt is tot de ontvangen premie, maar uw verlies is onbeperkt.
    Stel namelijk dat de AEX vleugels krijgt en op expiratie in augustus op 430 staat, dan loopt de put waardeloos af, maar betaalt u wel €45 voor de call.
    Het totale verlies op de positie is dan €32 en dat is vrij fors. Het is dus van belang deze strategie niet te verwaarlozen, maar altijd een oogje in het zeil te houden en bij een mogelijke uitbraak van de AEX de positie (of een deel ervan) te sluiten.
    Veel beleggers gebruiken daarvoor technische steun- en weerstandniveaus.
    Volatiliteit
    Bij de long straddle kunt u profiteren van een toename van de volatiliteit en is het zaak deze positie goedkoop op te zetten, dus bij een relatief lage volatiliteit.
    Bij de short straddle ligt dat exact omgekeerd. Een hoge volatiliteit betekent een hoge verwachtingswaarde van de opties en dat levert u bij het opzetten van de positie extra premie op, dus meer mogelijke winst en een ruimere bandbreedte waarbinnen de positie winstgevend is.
    Zakt de volatiliteit, dan vertaalt zich dat in lagere optiepremies en dat is exact wat de houder van de short straddle wil. Op dit ogenblik is de volatiliteit nogal laag en is de bandbreedte als gevolg van de relatief lage optiepremies ook klein.
    Dit maakt het voor de schrijver wat lastiger, want hij zal de positie goed moeten bewaken. Enerzijds hoeft dit niet, want de lage volatiliteit geeft aan dat de markt juist erg rustig is, maar anderzijds, je weet maar nooit en verlies is zo gemaakt.
    Short strangle
    Wie de bandbreedte wat ruimer wil maken en daarvoor met minder maximale winst genoegen wil nemen, kiest voor een short strangle. Dit is een combinatie van een short call met een short put van verschillende uitoefenprijzen.
    Als voorbeeld nemen we de AEX c aug 395 (€1,55) en de AEX p aug 375 (€4,10). Deze combinatie levert €5,65 op en een bandbreedte van ongeveer 369 tot 401. Met name bij een vrij hoge volatiliteit met hoge optiepremies kan een zeer interessante bandbreedte van 10-15 procent worden opgezet en dat vergroot de kans op winst.
    Wie schrijft, die blijft
    Wie schrijft, die blijft is een bekend gezegde in optieland. De schrijver heeft de tijd in zijn voordeel en dat is een 100 procent garantie. Echter, enige alertheid is op zijn plaats, juist omdat de maximale winst beperkt is tot de ontvangen premie, maar het verlies veel groter kan zijn.
    Dat betekent dikwijls kleine winsten, met af en toe een groter verlies. Per saldo moet de balans in de juiste richting wijzen.

    11. Over verticale bull en bear spreads
    Met deel 11 van deze serie over opties raken we steeds dieper in de materie. Inmiddels zal u opgevallen zijn dat optiestrategieën bestaan uit combinaties van opties en dat een visie op het toekomstige koersverloop van de onderliggende waarde niet altijd voorop staat. Ook het volatiliteitsaspect speelt een grote rol, alsmede de factor tijd (het aflopen van de tijdswaarde van opties).
  14. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:49
    Spreads
    In deze en komende bijdrage behandel ik de spreads. Een spread is een combinatie van een gekochte calloptie met een geschreven calloptie of een gekochte putoptie met een geschreven putoptie. De term spread komt dus feitelijk voort uit het verschil van premie tussen de betaalde optie en de geschreven optie.
    Over het algemeen zijn er vier soorten spreads te onderscheiden, namelijk verticale spreads, horizontale spreads, diagonale spreads en variabele spreads.
    Bij een verticale spread (ook wel price spread genoemd) is de afloopdatum van de long call en de short call dezelfde. Alleen de uitoefenprijzen verschillen. Bij een horizontale spread (ook time spread genoemd) zijn de uitoefenprijzen van de long kant en de short kant hetzelfde, maar verschillen juist de afloopdata van de opties.
    Diagonale spreads kenmerken zich doordat hier zowel de uitoefenprijzen verschillen als ook de afloopdata. De variabele spread tenslotte, bestaat uit een van de drie eerder genoemde spreads, maar hierbij verschilt het aantal long of short opties.
    Over de horizontale en variabele spread meer in het volgende artikel. De diagonale spread laat ik buiten beschouwing.
    Verticale bull spread
    We nemen als voorbeeld de AEX-index.
    Stel we zetten de volgende verticale spread op. We kopen de call AEX sep05 390 voor €6,50 en schrijven de call AEX sep05 400 voor €2,80. We zitten dus long in de optie met de lagere uitoefenprijs en short in de optie met de hogere uitoefenprijs. Per saldo hebben we voor deze spread wel moeten betalen en wel €3,70 (plus transactiekosten). Dit is dan ook een zogenaamde debit spread.
    Wat zijn nu de kenmerken van deze spread?
    Aangezien de investering op €3,70 ligt, dient de AEX op expiratiedag tenminste op 393,70 te staan teneinde de investering terug te verdienen. Daar ligt dus ons break-evenpunt. Elke stand die hoger ligt, levert winst op. De spread loopt dan 'vol'.
    Aangezien we echter op 400 een short call hebben staan, is de maximale winst beperkt tot het verschil in uitoefenprijzen (400-390=10) minus de investering. De maximale winst bij een AEX stand van 400 of hoger ligt dus op €6,30. U verdient dus geld bij stijgende koersen, vandaar dat deze spread ook een bull spread wordt genoemd.
    Het aantrekkelijke van deze spread is dat de koers niet veel hoeft te stijgen, feitelijk enkel tien punten. Nadeel echter is wel dat de spread pas volledig vol loopt als u aan het einde van de looptijd van de opties zit, tenzij beide opties erg ver In The Money (ITM) zijn en geen tijdswaarde meer hebben.
    Voor een maximale winst is het namelijk van belang dat de spread tegen €10 kan worden gesloten, maar zolang de call 400 nog tijdswaarde heeft, wordt dat doel niet gehaald. Even snel een koersstijging pakken is dus lastig, want de spread is er juist bij gebaat dat de tijdswaarde uit de short call loopt en dat kost dus tijd.
    Een verticale bull spread kan ook met puts worden opgezet. Daarvoor schrijft u de put met de hogere uitoefenprijs (bijvoorbeeld de put AEX sep05 400 voor €16) en koopt de put met de lagere uitoefenprijs (bijvoorbeeld de put AEX sep05 390 voor €9,70). Per saldo levert deze spread €6,30 op en is dit een credit spread.
    Zolang de AEX op expiratie boven 400 staat, lopen beide opties waardeloos af en verdient u €6,30. Staat de AEX echter onder 390, dan worden beide opties ITM en moet de spread tegen €10 worden afgerekend, een verlies van €3,70.
    Verticale bear spread
    Natuurlijk kan met een spread ook worden ingespeeld op een verwachte koersdaling. De combinatie long put AEX sept05 390 en short put sept05 380 kan worden gekocht tegen
  15. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:49
    €9,70-€5,50=€4,20. Staat de AEX op expiratie lager dan 380 punten, dan loopt de spread vol en wordt tegen €10 afgerekend, een winst van €5,80. Elke stand boven 385,80 (390 minus de investering van €4,20) betekent verlies.
    Met callopties kan ook op een daling van de koers worden ingespeeld, door de call met de lage uitoefenprijs te schrijven (bijv. de call AEX sep05 390 voor €6,50) en de call met de hoge uitoefenprijs te kopen (bijv. de call AEX sep05 390 voor €2,80). In dit voorbeeld levert dit een premie op van €3,70.
    Staat de AEX op expiratie onder 390, dan lopen beide calls waardeloos af en is de premie verdiend. Boven 400 echter worden beide opties ITM afgerekend en kan het verlies oplopen tot maximaal €10 (verschil uitoefenprijzen)-€3,70-€6,30.
    Hoe verder de uitoefenprijzen van elkaar verwijderd zijn, des te agressiever wordt de spread. Het winstpotentieel is dan veel groter, maar omdat er voor de geschreven optie minder premie wordt verkregen, neemt de optie waarvoor premie betaald wordt een dominantere plaats in.
    Een interessante truc die met spreads kan worden uitgehaald, maar die wel ervaring vereist, is de volgende.
    Stel, u heeft een bull spread met calls opgezet en de koers loopt op. De spread zal dan wel op winst staan, maar de maximale winst is pas aan het einde van de looptijd te verwachten. Als u ervan overtuigd bent dat de koers een top gemaakt heeft, sluit u de long call en houdt u de short call over. Op die manier kunt u bij een terugval van de koers van twee wallen snoepen, maar het is wel een oneigenlijke en zeer speculatieve manier om met deze op zich vrij behoudende optiestrategie om te gaan.

    12. Over horizontale en variabele spreads
    In het vorige artikel schreef ik het volgende over spreads: "Bij een verticale spread (ook wel price spread genoemd) is de afloopdatum van de long call en de short call dezelfde. Alleen de uitoefenprijzen verschillen. Bij een horizontale spread (ook time spread genoemd) zijn de uitoefenprijzen van de long kant en de short kant hetzelfde, maar verschillen juist de afloopdata van de opties.
    Diagonale spreads kenmerken zich doordat hier zowel de uitoefenprijzen verschillen als ook de afloopdata. De variabele spread tenslotte, bestaat uit een van de drie eerder genoemde spreads, maar hierbij verschilt het aantal long of short opties".
    In deze bijdrage richt ik mij op de horizontale spread. In de komende bijdrage zal de variabele spread aan bod komen.
    Horizontale spread
    De tijdswaarde van opties of beter, het verstrijken ervan, staat centraal bij de horizontale spreadstrategie. De belegger probeert profijt te trekken van de invloed die de theta heeft op de diverse opties. Met andere woorden, het gaat om het verschil in de mate van het verdwijnen van de tijdswaarde van beide opties. We nemen een voorbeeld van een calloptie om een en ander te verduidelijken. Natuurlijk kan de strategie ook met putopties worden opgezet.
    De AEX-index staat op het moment van schrijven op 396. De call sept 05 400 noteert €3,25 en de call dec 05 400 €9,50. We willen profiteren van de optie waarvan de tijdswaarde sneller afloopt, dus schrijven we de kortlopende september call en we kopen als dekking de langerlopende december call. Per saldo kost deze spread ons €6,25. Wat zijn nu de scenario's op de expiratie van de september call?
    Beste scenario
    Het beste wat ons kan gebeuren is dat de AEX op de derde vrijdag van september op 400 staat. De opties zijn dan ATM en de september call loopt waardeloos af. Die premie steken we in onze zak. De gekochte december call heeft echter ook enige tijdswaarde verloren, maar omdat deze optie langer loopt, is dat minder dan van de september call. De december call zal
  16. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:50
    op de derde vrijdag van september, bij een AEX op 400 en een ongewijzigde volatiliteit, ongeveer €9 noteren. U verliest €0,50 op de gekochte call, maar u verdient €3,25 op de geschreven call, dus een winst (voor transactiekosten) van €2,75.
    Slechtste scenario
    Wat we dus feitelijk willen is dat de AEX-index maar weinig beweegt en expireert op of rond de uitoefenprijs van de beide opties, want in dat geval loopt de geschreven optie (zo goed als) waardeloos af en heeft de gekochte opties nog een maximale tijdswaarde over. Verlies gaat deze spread maken als de tijdswaarde van beide opties juist minimaal is. Dat kan als de AEX-index flink daalt of juist flink stijgt. Bij een daling komen de opties steeds verder OTM te liggen en wordt de tijdswaarde minimaal. Dit betekent winst op de geschreven optie, maar nog meer verlies op de duurdere gekochte opties.
    Bij een flinke stijging van de AEX krijgen de opties juist intrinsieke waarde, die de tijdswaarde vervangt en dat resulteert in hetzelfde verlies als ware de index flink gedaald. Een flinke stijging of daling is dus slecht voor de horizontale spread, terwijl een expiratiekoers rond de uitoefenprijs van de opties goed is. Het maximale verlies in ons voorbeeld is beperkt tot de investering van de spread van €6,25.
    Grote koersbeweging
    Natuurlijk kunnen we de horizontale spread ook gebruiken als we verwachten dat de koers wel flink beweegt. We draaien de positie dan om en kopen de kortlopende call en schrijven de langere call. In ons voorbeeld levert dat een premie op van €6,25. Als de AEX op expiratie van de korte call op 400 staat, dan loopt de gekochte call waardeloos af. De geschreven december call staat dan rond €9. We hebben dus een verlies van €2,75. Maar stel dat de AEX op 380 staat, dan zal de december call rond €2,40 noteren en staan we op €3,85 winst. Bij een AEX op 420 wordt de geschreven december call gesloten op rond €23,50 en de gekochte september call loopt dan op €20 af. Per saldo een winst van €2,75.
    Volatiliteit
    De horizontale spread, waarbij we kort schrijven en lang kopen, beoogt om binnen de looptijd van de kortlopende optie een winst te behalen doordat de korte optie sneller aan tijdswaarde verliest dan de langere optie. Het kort schrijven en lang kopen van opties is dan aantrekkelijk op een moment dat de volatiliteit hoog is, want dan hebben de opties een hoger dan normale tijdswaarde. Echter, als de volatiliteit in de tussentijd daalt, dan wordt ook de gekochte call sneller goedkoper en dat is niet gunstig. De volatiliteit mag dus tussen het opzetten van de positie en de expiratie van de korte geschreven call niet te veel dalen.
    Stel, we zetten een spread op ten tijde van een lage volatiliteit, dan kunnen we ervan profiteren dat de volatiliteit stijgt. Immers, als de AEX op de expiratie van de korte geschreven optie netjes op de uitoefenprijs van beide opties staat (op 400, het ideale scenario), dan maken we winst op de geschreven optie. Maar door de gestegen volatiliteit zal de gekochte optie, die nog een tijd looptijd heeft, niet veel in tijdswaarde gedaald zijn of zelfs gestegen.
    In ons voorbeeld gingen we uit van een volatiliteit van de december optie van 9,7%. Als op de expiratie van de september optie de volatiliteit gestegen is tot 15%, dan zal op dat moment de december call nog €13,20 noteren. We maken dus een winst van €3,25 op de korte call, en winnen €3,70 op de lange call. Een visie op de volatiliteit of in ieder geval het incalculeren van dit risico, is dus noodzakelijk bij het innemen van dergelijke spreadposities.

    13. Variabele spreads
    In de afgelopen twee artikelen kon u kennis maken met de verticale en de horizontale spread. Bij de verticale spread staat het verschil tussen de uitoefenprijzen van de long- en de short-kant voorop, terwijl bij de horizontale spread de looptijden van de beide opties verschillen. De
  17. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:51
    verticale spread, die we deze en volgende keer toelichten, is een soort variatie op bestaande spreads, waarbij men kan variëren in de aantallen opties van de long- en de short-kant van de spread of uitbreiden van de spread met een nieuwe positie.
    Butterfly en sandwich spread
    Nee, we verdwalen niet in een artikel over vlinders of het bereiden van een lekkere boterham. Deze namen zijn bedacht om bepaalde optieposities beter te onthouden. De butterfly spread, die we nu bespreken, is een combinatie van twee geschreven opties en twee gekochte opties met dezelfde looptijd. Van de geschreven opties heeft er één een hoge uitoefenprijs en één een lage uitoefenprijs. De gekochte opties hebben beide dezelfde tussenliggende uitoefenprijs. Laten we als voorbeeld de AEX-index nemen (huidige stand 397).
    We kunnen de volgende butterfly spread opzetten. We schrijven de call okt05 385 voor €16,80 en de call okt05 415 voor €2,50. We kopen tweemaal de call okt05 400 voor €7,50. We schrijven dus eenmaal ITM, eenmaal OTM en kopen tweemaal ATM. De geschreven opties leveren een premie op van €19,30 en de gekochte opties kosten samen €15. Deze spread levert dus een premie op van €4,30 en is derhalve bijzonder interessant voor beleggers die een soort inkomen willen verdienen.
    Diverse scenario's
    Laten we nu een aantal scenario's doornemen op de expiratiedag van deze positie in oktober. Stel, de AEX staat op 385 of lager, dan loopt de call okt05 385 waardeloos af (winst €16,80). Ook de call okt05 415 loopt waardeloos af (winst €2,50). De gekochte opties lopen eveneens waardeloos af (verlies 2*€7,50). De totale positie is dus geheel waardeloos en aangezien we aanvankelijk €4,30 premie hebben ontvangen, is dat onze (maximale) winst. Als de AEX dus onder de laagste uitoefenprijs van de butterfly spread expireert, behalen we maximale winst.
    Laten we de AEX nu op 400 expireren. De call okt05 385 expireert op €15 (winst €1,80), de call okt05 415 loopt waardeloos af (winst €2,50). De gekochte calls okt05 400 lopen echter ook zonder waarde af (verlies €15). Het resultaat bedraagt dan -€10,70. Dat is ook ons maximale verlies.
    Stel, de AEX expireert op 415 of hoger. Op 415 bijvoorbeeld zal de call okt05 385 op €30 teruggekocht moeten worden (verlies €13,20). De call okt05 415 loopt waardeloos af (winst €2,50). De gekochte calls okt05 400 worden op €15 afgerekend (winst 2*€7,50). De totale winst bedraagt €4,30 en dat is weer de maximaal ontvangen premie. Mocht de AEX verder oplopen, dan blijft deze winst hetzelfde, omdat het groter wordende verlies op de geschreven opties exact wordt gecompenseerd door winst op de twee gekochte opties.
    We zien dus bij deze butterfly spread dat de winst maximaal is als de koers daalt onder het niveau van de laagste of stijgt boven het niveau van de hoogste uitoefenprijs. Bij een daling is er altijd winst omdat de ontvangen premie positief is. Bij een stijging wordt de ontvangen premie beschermd door de twee gekochte opties die dan evenredig in waarde toenemen. Het slechtste scenario is een koers die exact op de uitoefenprijs van de gekochte opties expireert. In ons voorbeeld ligt het omslagpunt van winst naar verlies op 389,30 en 410,70. Daartussen levert deze butterfly spread verlies op tot maximaal €10,70. Het winst- en verliesscenario verklaart derhalve de naam van deze posities. Er is één niveau (op 400), waarbij het verlies maximaal is. Links en rechts daarvan loopt de winstcurve lineair op tot het 385 resp.415-niveau en vanaf deze grenzen is de winst maximaal en blijft dat ook. De grafiek lijkt dus op een vlinder, die zijn vleugels uitslaat. De volgende keer kijken we naar de omgekeerde vlinder, de sandwich spread.

    14.De sandwich spread
    De sandwich spread is het tegenovergestelde van de butterfly spread. Om deze positie op te zetten kopen we twee opties, waarvan er één een hogere uitoefenprijs heeft en één een lagere
  18. [verwijderd] 12 oktober 2008 11:51
    uitoefenprijs. Tegelijkertijd schrijven we twee opties waarvan de uitoefenprijs hetzelfde is en die tussen de beide uitoefenprijzen van de gekochte opties ligt.
    Visie
    Wat voor visie ligt er aan de sandwich spread ten grondslag? Aangezien we twee opties schrijven die ATM zijn, willen we zoveel mogelijk premie ontvangen. De gekochte opties dienen ter afdekking van de risico's van de geschreven posities. Er ontstaat dus winst als de koers van de onderliggende waarde redelijk stabiel blijft tussen twee niveaus. De koers wordt dus als het ware 'gesandwiched'. Dit scenario staat duidelijk in tegenstelling tot dat van de butterfly strategie, waar de winst gemaximaliseerd wordt als de koers juist ver van de ATM opties verwijderd is.
    Voorbeeld
    We nemen als voorbeeld de AEX-index, die op het moment van schrijven op 387 staat. We schrijven tweemaal de AEX call okt05 385 voor €9,60. Tevens kopen we de AEX call okt05 375 voor €16,80 en kopen de AEX call okt05 395 voor €4,50. De geschreven opties leveren €19,20 op en de gekochte opties kosten €21,30. We betalen dus €2,10 plus transactiekosten.
    Het is de bedoeling deze positie zo lang mogelijk aan te houden, we hebben immers geschreven ATM-opties en daarvan dient de verwachtingswaarde weg te smelten. Op expiratie van de opties op de derde vrijdag van oktober wordt de maximale winst behaald als de AEX exact op 385 expireert. In dat geval ontvangen we voor onze AEX call okt05 375 nog €10. De andere opties zijn dan allen waardeloos afgelopen. We betaalden aanvankelijk €2,10 en ontvangen nu €10, dus de winst bedraagt €7,90.
    Rondom het 385-niveau is er ook nog winst, maar minder. Naarmate de AEX lager of hoger dan 385 expireert, wordt de winstbuffer kleiner. Op 377 (en lager) komt de positie in het rood te staan. We ontvangen dan €2 voor de AEX call okt05 375, maar hebben aanvankelijk €2,10 betaalt (het exact break-evenpunt ligt dus op 377,10). Datzelfde geldt voor het 393-niveau of hoger. In dat geval ontvangen we voor de AEX call okt05 375 €18, maar voor de twee geschreven AEX calls okt05 385 moeten we samen €16 betalen (2*€8). Per saldo ontvangen we €2 minus de investering van €2,10 is een klein verlies (het exacte break-evenpunt ligt hier op 392,90).
    Het maximale risico ligt op de oorspronkelijke investering van €2,10 als de AEX duidelijk onder 377 of boven 393 expireert.
    Volatility
    Met name als de volatility hoog is, wordt het interessant om een butterfly spread op te zetten. We profiteren namelijk vooral van het aflopen van de twee geschreven ATM-opties en die hebben bij een hoge marktvolatiliteit dus ook een relatief hoge premie. Ook is het van belang dat een butterfly niet met te lange opties wordt opgezet. We willen juist profiteren van de knik in de curve van de aflopende tijdswaarde. Uit mijn eerste artikelen weet u inmiddels dat opties met name in de laatste drie weken voor expiratie veel meer tijdswaarde verliezen dan vóór deze periode, dus daar moeten we dan zoveel mogelijk gebruik van maken. Butterfly spreads van een maand of hooguit twee zijn dan ook aan te bevelen.

    -------------

    Hopelijk van dienst,

    Mvg Rob
39 Posts
Pagina: «« 1 2 | Laatste |Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met je emailadres en wachtwoord.