Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee
IEX 25 jaar desktop iconMarkt Monitor

BRIC: passief beter dan actief

Een BRIC-puzzel bestaat uit slechts vier stukjes. Toch lopen de rendementen van beleggingsvehikels op de vier groeilanden Brazilië, Rusland, India en China ver uiteen. Of u, na een tamelijk succesvol eerste decennium van de BRIC-formule, nog in een product op dit viertal moet beleggen is een geheel andere vraag, maar als u dat wilt is de keuze van het BRIC-product van meer dan secundair belang.

De verschillen komen zowel voort uit de topdown-benadering van de vier opkomende markten, als uit het bottom up selecteren van aandelen. Het best presterende beleggingsfonds in deze categorie, gemeten over de afgelopen drie jaar, is Equity BRIC+ Fund van de Luxemburgse Union Banque Privée, een in Nederland onbekende speler.

Het fonds haalde in die periode een geannualiseerd rendement van  3,6% en dat is duidelijk meer dan fondsen die hier wat vaker in de schappen liggen zoals de BRIC-fondsen van DWS (-4,6%), Dexia (-3,3%) Templeton (-3,0%) en Schroder (-1,9%). Zelfs de bedenker van BRIC, zakenbank Goldman Sachs, blijft achter bij de Luxemburgse private bank (-2,1%).

De reden van die outperformance moet gezocht worden in de aandelenselectie, met name het succesvol verkiezen van relatief onbekende smallcaps boven de bekende grote namen. De grootste wegingen binnen het fonds zijn weggelegd voor namen als Bashneft (R), TNK-BNP (R), Ultrapar (B) en Contax (B). Grote namen als Gazprom en het Indiase Reliance moeten het met een lagere weging doen, terwijl CVRD en Petrobras helemaal niet in de top-10 voorkomen.

Wat kost een BRIC?

De vraag is gerechtvaardigd of de sterke performance van smallcaps ook de komende jaren aanhoudt.  Een fonds als Schroder ISF BRIC kiest wel voor de zekerheid van grote namen en heeft ook een zwaardere weging voor Chinese zwaargewichten. Op dit moment is India niet vertegenwoordigd in de top-10 holdings. Ook DWS kiest voor relatief veel China en Brazilië in de top-10 holdings.

UBP Equity BRIC+ is overigens, op basis van de total expense ratio, wel fors duurder dan de ‘gewone fondsen’ van DWS en Schroders. Met een TER van 2,63% betalen beleggers stevig voor het beheer. De TER van de andere fondsen schommelt rond het marktgebruikelijke niveau van 1,50%.

Maar beleggers kunnen ook voor een passief vehikel kiezen, natuurlijk. Zo heeft RBS twee BRIC-certificaten. Het best presterende, BRIC I Certificaat, was over de afgelopen drie jaar goed voor een totaalrendement van 7,74%, wat neer komt op een geannualiseerd rendement van 2,49% per jaar – duidelijk beter dan de fondsen van DWS en Schroders. Zelfs BRIC II Certificaat deed het ook nog een stukje beter met een geannualiseerd rendement van 0,78%.

BRIC-belegger beter af met passief product

Als vergoeding houdt RBS het uitgekeerde dividend in, in plaats van een vaste fee. Vorig jaar bedroeg dat 1,9% maar dat kan per jaar verschillen.  Tot slot is er natuurlijk ook de passieve tracker, zoals de iShares FTSE BRIC 50. Die is een stuk goedkoper dan de fondsen (TER 0,74%). Het rendement kan de vergelijking goed doorstaan, met een geannualiseerd rendement van –0,90% over de afgelopen drie jaar. RBS heeft een ETF, de Market Access DAXglobal BRIC Index ETF (TER 0,65% plus een swap fee van 0,10% maar daardoor is er geen tracking error) die over de afgelopen drie jaar zelfs aan de goede kant van de 0 bleef: +1,6% geannualiseerd. 

Hoewel, in tegenstelling tot de grote vijver van opkomende markten wereldwijd, de bewegingsvrijheid van de beheerders van BRIC-producten tamelijk beperkt is, zijn grote uitslagen binnen de groep aanzienlijk. De passieve beleggingen lijken, in elk geval op basis van de afgelopen drie jaar, de vergelijking qua rendement goed te kunnen doorstaan met de actieve fondsen. Dat ene dure Luxemburgse fonds daargelaten.

Maar zelfs daarbij moet je je afvragen of dat niet vooral te maken had met de meewind die smallcaps hebben gehad. Als fondsbelegger rest mij in het geval BRIC geen andere conclusie dan dat de belegger daar beter af is met een indexproduct of een (passief) certificaat. De meeste actieve fondsbeheerders blijken niet meer dan 'just another BRIC in the wall'.


Peter van Kleef was tot en met 2014 hoofdredacteur van IEXProfs. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Meld u aan voor de dagelijkse Beursupdate

Dagelijks een update van het laatste beursnieuws en beleggingskansen in uw mailbox!

 
Peter van Kleef

Auteur:

Peter van Kleef was tot en met 2014 hoofdredacteur van IEXProfs. Hij is sinds 2001 actief in de financiële journalistiek met een uitgebreid freelance-verleden en een lange geschiedenis bij IEX. Hij is ook de bedenker en samensteller van de IEX Fonds 40 en de IEX Defensieve 30. Sinds 2015 is Van Kleef chief editor Investment ...

Recente artikelen van Peter van Kleef

  1. 2015: Aandelen gaan weer vlammen
  2. 85% underperformers blabla
  3. Polarisatie en plaatjesterroristen

Gerelateerd

Reacties

1 Post
| Omlaag ↓
1 Post
|Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met je emailadres en wachtwoord.