Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee
Van beleggers
voor beleggers
desktop iconMarkt Monitor
  • Word abonnee
  • Inloggen

    • Geen account? Registreren

    Wachtwoord vergeten?
Tak speelt voor Koets

Tak speelt voor Koets

Jos Koets informeert al jarenlang IEX-lezers over alle mogelijke zaken die spelen rond het kopen van een huis. Met name hypotheken, met alle mogelijke valkuilen die daarbij opdoemen, komen aan de orde. Ik betwijfel of er iemand in Nederland is die meer verstand heeft van dit soort zaken dan Koets.

Vandaag durf ik het toch aan, voor even maar, in de schoenen van Koets te staan en kom met een idee de rentelasten op uw hypothecaire lening te verlagen. Dat kan met name als u de visie heeft dat op niet al te lange termijn, laten we zeggen binnen twee jaar, de (lange) rente fors gaat stijgen.

Op dit moment is de rente op hypotheekleningen zeer laag. Voor een tienjarige lening betaalt u nu zo’n 1,75% per jaar aan rente. Toen ik mijn eerste huis kocht, in 1987, was ik zo blij als een kind met de rente van 7,05% voor mijn tienjarige lening. Een vijftal jaren daarvoor lag de rente namelijk nog op een dikke 13%.

Nu vastzetten?

Dat waren andere tijden. Toen de rente 13% bedroeg, dachten velen dat het tarief nog veel verder zou oplopen, onder andere door de ongecontroleerd hoge inflatie en begrotingstekorten van de overheid. Er waren weinig analisten die hadden verwacht dat de rente vijf jaar later bijna gehalveerd was.

Het laat zien dat wat nu nog onmogelijk lijkt, op korte termijn toch bewaarheid kan worden. Ik verwacht niet dat we over een aantal jaren een rente van 7% zien, laat staan 13%. Maar het zou zeker kunnen dat de hypotheekrente over een paar jaar op 4% of nog wat hoger staat.

Veel adviseurs zullen hun klanten bij een dergelijk verwacht scenario in overweging geven om nu, bij verlenging van de hypothecaire lening, de rente voor lange tijd vast te zetten. Zo wordt geprofiteerd van de (nu nog) lage rente.

Toch variabel?

Toch kan het voordelig zijn om de rente niet vast te zetten, en over te stappen naar een variabele rente. Als de rente in de komende jaren zou stijgen, leidt dat tot lagere rentelasten, dankzij de belastingaftrek op hypotheekrente. Hoe gaat dat in zijn werk?

Stel u, of uw adviseur, verwacht dat de tienjarige hypotheekrente over twee jaar op 4% staat, een stijging van 2,25% ten opzichte van het huidige niveau. Uw huidige rentevasteperiode op een lening van (bijvoorbeeld) 320.000 euro verloopt, en u staat voor de keuze voor welke periode u gaat verlengen.

Het meest logisch lijkt nu een tienjarige vaste rente aan te gaan tegen een rente van 1,75%. Als de rente over twee jaar inderdaad op 4% staat, bespaart u acht jaar lang jaarlijks 2,25% uit.

Met een percentage van 1,75 is de jaarlijkse bruto rentelast 5600 euro. Bij een rente van 4% zou dat bedrag zijn opgelopen tot 12.800 euro, een verschil van 7200 euro per jaar.

 

Aanvullende transactie nodig

Ik ga voorlopig uit van de situatie zonder fiscale aftrek van de hypotheekrente. Mijn alternatief is te besluiten de rente niet voor een nieuwe vaste periode van tien jaar af te sluiten, maar een variabele rente te nemen.

Als de rente na twee jaar is gestegen, neemt u alsnog een rentevaste periode en betaalt dan jaarlijks 4,0%. U bent dan jaarlijks 7200 euro meer kwijt dan bij directe afsluiting van de rente voor een tienjarige periode.

Om dat te neutraliseren is een aanvullende transactie nodig op het moment dat u de variabele rente afsluit, namelijk een shortpositie op tienjarige euro-obligaties. Een dergelijke shortpositie wordt meer waard als de rente stijgt.

Bundfuture shorten

Een mogelijkheid is bijvoorbeeld een shortpositie op de Duitse Bundfutures waarin overheidsobligaties met een (resterende) looptijd tussen 8,5 en 10,5 jaar zijn opgenomen. Eén Bundfuturecontract heeft nominaal 100.000 euro als onderliggende waarde en noteert moment een koers van 160%.

Indien u voor 2 Bundfutures short gaat, is dat precies voor 320.000 euro, de omvang van de hypothecaire lening in dit voorbeeld. Als de rente over twee jaar met 2,25% is gestegen, dan noteert volgens mijn berekening de Bundfuture een koers van circa 131%.

De waarde van het shortcontract is dan gezakt van 320.000 euro naar 262.000 euro, waardoor een winst (u bent immers short gegaan) is gerealiseerd van 58.000 euro. Over acht jaar uitgesmeerd is dat een jaarlijkse winst van 7250 euro.

Dat is ongeveer gelijk aan het bedrag dat u extra betaalt omdat u pas na twee jaar de rente tegen de hoge 4% heeft vastgezet.

Fiscus helpt

Tot nu toe bent u niets opgeschoten met deze actie. Echter, nu komt de fiscus in beeld die ervoor zorgt dat deze transactie voordelig uitpakt. Laten we veronderstellen dat de fiscale rente-aftrek gelijk is aan 40%, waarbij ik afzie van het huurwaardeforfait. Dat compliceert de berekening nodeloos.

In de eerste situatie, waarin u direct overstapt naar een 1,75% vaste rente, betaalt u netto 1,05%, waardoor het belastingvoordeel 0,7% bedraagt, ofwel 2240 euro. De netto rentelasten zijn dan 3360 euro (= 5600 -2240).

In de situatie waarin u pas na twee jaar tegen 4% vast zet, is de netto rente 2,4%, ofwel een fiscale besparing van 1,6% (5120 euro). De netto rentelasten komen dan uit op 430 euro per jaar. Dankzij de fiscus levert de actie een jaarlijkse besparing in de hypotheeklasten op van 2930 euro op!

De risico's

Echter, er staat ook een minpunt tegenover. Over de winst van 58.000 euro op de Bundfutures gaat u vermogensrendementheffing betalen. Bij een percentage van circa 1 (vanaf dit jaar geldt een nieuw stelsel) en een gemiddelde winst van 29.000 euro (u bouwt het bedrag over acht jaar af door jaarlijkse aanvulling op de hogere rentelast van 4%), is dat een extra belastinglast van 290 euro.

Per saldo levert de gehele actie jaarlijks een voordeel van netto 2640 euro op. Voordat u direct naar uw adviseur loopt om een dergelijke constructie op te zetten, wijs ik op de volgende risico’s:

  1. Voor het short gaan van Bundfutures is een margin vereist. Deze margin zal stijgen als de rente de verkeerde kant (dalen, in dit geval) op gaat.

  2. Indien de rente tegen de verwachting in over twee jaar is gedaald, zal deze actie geen winst opleveren. Het verlies is waarschijnlijk te overzien, omdat u dan mogelijk op een nog lager niveau de rente kunt vastzetten. 

  3. De futures zijn op Duitse overheidsobligaties. Als de Duitse rente zich anders ontwikkelt dan de Nederlandse, kan dat leiden tot meer winst (rente in Nederland stijgt minder hard dan in Duitsland) dan wel minder winst of verlies (rente in Duitsland stijgt minder hard dan in Nederland).

  4. De berekening gaat uit van een één-op-één relatie tussen de tienjarige hypotheekrente en de tienjarige rente op overheidsobligaties. Als de rente op overheidsobligaties harder stijgt, maakt u meer winst. Maar stijgt die minder hard, dan maakt u minder winst of zelfs verlies.

  5. De constructie vraagt actief beheer, omdat de futurecontracten regelmatig moeten worden doorgerold tegen de vervaldatum.

  6. Het bovenstaande voorbeeld houdt geen rekening met eventuele toekomstige wijzigingen in het belastingregime ten aanzien van de aftrekbaarheid van de hypotheekrente.

  7. Bovenstaande betreft en gestileerd voorbeeld waarin afgezien is van kosten, renteopbrengsten op de futurewinst en de waarschijnlijk lagere variabele hypothecaire rente over de eerste twee jaar.

Let op!

Ik heb het voorbeeld gegeven om de mogelijkheden te laten zien om met beleggingsconstructie tot lagere rentelasten te kunnen komen. Doet u een dergelijke actie alleen als u de hele transactie zeer goed begrijpt en de genoemde risico’s zonder problemen wilt lopen en natuurlijk ook financieel aan kunt.

Tot zover mijn idee voor het verlagen van de rentelasten op hypothecaire leningen. Vanaf nu laat ik dergelijke zaken weer geheel aan Jos over!


Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Meld u aan voor de dagelijkse Beursupdate

Dagelijks een update van het laatste beursnieuws en beleggingskansen in uw mailbox!

 

Auteur: Marcel Tak

Marcel Tak is dé special product-specialist van IEX en IEXProfs, maar schrijft ook graag over rente, obligatiemarkt en toezicht als hij zich daartoe geroepen voelt. "De financiële sector is in belangrijke mate bezig met het verplaatsen van lucht. De werkelijke toegevoegd waarde is beperkt. In mijn columns wil ik r...

Meer over Marcel Tak

Recente artikelen van Marcel Tak

  1. Van pindakaas tot bitcoin
  2. AFM: Meer verbiedend dan bindend
  3. Turbo: hoge hefboom in de ban?

Reacties

3 Posts
| Omlaag ↓
  1. athena 22 maart 2017 21:29
    Tja, waarom zo ingewikkeld met maar liefst 7 risico's als het veel speler kan. En zonder permanent "actief beheer" - er is wel wat leukers te doen dan permanent op deze constructie te laten.
    Hoe dan wel: sluit voor 50% vd hypotheek een rentevaste periode van 10 jaar en de andere 50% variabele rente. Ik heb dit zelf jaren geleden gedaan en ik betaal minder dan €350 per maand over een hypotheek van €275.000.
    Zo is ook de belastingaftrek is zo gering - daar hoef ik me ook niet druk over te maken!
  2. [verwijderd] 24 maart 2017 11:30
    Nodelooos ingewikkeld.
    Heb mijn hypotheek in 2012 overgesloten, zonder boete, naar variabele rente. Heb in de loop der tijd alsmaar minder betaald omdat de variabele rente daalde.
    Tip: sluit bij afloop van je rentetermijn ALTIJD over naar variabele rente. Mocht de lange termijn rente gaan stijgen dan kan je altijd kosteloos verlengen voor 5,10,15,20 jaar. Je doet dit alleen maar ALS de rente gaat stijgen, als de rente niet stijgt blijf je lekker op variabel zitten.
  3. forum rang 6 NewKidInTown 31 maart 2017 05:27
    Misschien een beetje laat, maar toch de vraag maar hier gesteld, aan Marcel en/of aan Jos:

    quote:

    A3aantje schreef op 31 maart 2017 00:05:

    Weten jullie niet dat je gewoon een hypotheek kan afsluiten voor 30 jaar vast . Kost iets meer, maar dan heb je in de toekomst ook geen probleem als rente weer naar 6 of 7% gaat.
    Waarschijnlijk bedoel je dat je de rente voor 30 jaar vast kunt zetten.
    Stel nu dat de marktrente gaat stijgen in de toekomst, dan zullen waarschijnlijk de woningprijzen gaan dalen volgens de deskundigen. Stel nu eens dat de marktrente van nu 2% naar 6% gaat. Dan zal de loan-to-value ofwel de lening t.o.v. de waarde van het onderpand ook fors gaan stijgen ofwel de woning onder water komen.
    Hoe zit het dan met de leningvoorwaarden, is de bank dan gerechtigd om de voor 30 jaar vastgezette rente toch te verhogen ? Want in de regel wordt een rentepercentage vastgesteld op basis van de mate waarmee het onderpand wordt gefinancierd.

    Kijk bijvoorbeeld eens naar de Rabobank (en ik denk dat andere aanbieders ook zo werken):

    www.rabobank.nl/particulieren/hypothe...

    dan kun je zien dat onderscheid wordt gemaakt naar

    - tot en met 67,5% van de marktwaarde*
    - Meer dan 67,5% tot en met 90% van de marktwaarde*
    - Meer dan 90% van de marktwaarde*

    en worden daarvoor voor 30 jaar "vast" respectievelijk de volgende rentepercentages gerekend:

    30 jaar 3,6% 4,0% 4,3%

    Dan is mijn vraag, stel bij het afsluiten zit men in de eerste categorie en gaat 3,6% betalen en naar verloop van tijd, de rente gaat omhoog en de waardes gaan dalen en je komt boven de 90% uit, blijft je rentepercentage dan vast op die 3,6% of ga je dan "automatisch" naar de 4,3% of nog erger, er wordt dan opnieuw een rentepercentage vastgesteld op basis van die > 90% en de dan geldende tarieven die dan dus 6% zullen zijn op basis van de stelling hierboven gequote. Dan zou je dus, terwijl je je veilig waant, van 3,6% naar 4,3 gaan of naar 6% gaan.
    En wat als de rentepercentages naar 12% gaan ?

    Ik hoor het antwoord graag.
3 Posts
|Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met je emailadres en wachtwoord.