De 30 belangrijkste veranderingen voor uw portemonnee in 2025

Het is bijna 2025 en dat betekent dat er weer het nodige verandert in uw portemonnee. IEX zet de 30 belangrijkste wijzigingen voor u op een rij.

Grote stelselherzieningen komen er niet in 2025. Maar er zijn wel diverse veranderingen die u in uw portemonnee zult merken. Zo komt er een extra schijf in de inkomstenbelasting, wordt er flink gesnoeid in belastingvoordelen voor groene beleggingen en de aanschaf van een elektrische auto en gaat de stekker uit het FBI-regime voor vastgoedbeleggingen.

In de huizenmarkt worden hypotheken met NHG wat goedkoper en gaan de lokale belastingen waarschijnlijk harder omhoog dan de WOZ-waarde. Ondernemers worden geconfronteerd met een verdere versobering van enkele aftrekposten, maar ook een verlaging van het toptarief in box 2. Wat kunt u zoal verwachten?

1. Vermogensbelasting: vrijstelling iets omhoog

Over uw vermogen op 1 januari (de peildatum) moet u belasting betalen in box 3 van de inkomstenbelasting. Althans, voor zover dat vermogen uitkomt boven de vrijstelling (ook wel heffingvrij vermogen genoemd). Deze vrijstelling bedraagt nu €57.000. In 2025 gaat deze iets omhoog naar €57.684.

2. Aanpassing fictief rendement box 3: beleggers betalen netto 2,11%

Hoeveel vermogensbelasting u verschuldigd bent, hangt af van de verdeling van uw vermogen over verschillende categorieën. Per categorie geldt een fictief rendement. Beleggers komen er in dat opzicht een stuk minder gunstig van af dan spaarders, omdat wordt gerekend met een hoger fictief rendement.

In 2025 worden deze cijfers aangepast. Voor 'beleggingen en andere bezittingen' (zoals aandelen, obligaties, een tweede woning en cryptovaluta) rekent de Belastingdienst komend jaar met een fictief rendement van 5,88%. Dat is iets lager dan nu (6,04%). Voor tegoeden op spaar- en betaalrekeningen geldt in 2025 een fictief rendement van 1,44%. Dat is meer dan nu (1,03%).

Over dat rendement wordt net als dit jaar 36% belasting geheven. Beleggers betalen dus in 2025 netto 2,11% belasting over hun vermogen en spaarders 0,51%.

Lees ook: Alles verkopen en in januari instappen om box 3-belasting te besparen: slim idee?

3. Beperking belastingvoordeel op groene beleggingen

Belegt u op 1 januari 2025 in een groenfonds (een door de Belastingdienst erkend fonds dat deelneemt in projecten voor milieubescherming), dan krijgt u tweeledig belastingvoordeel:

• een aparte vrijstelling voor de vermogensbelasting van €26.312 (of €52.624 met een fiscale partner)
• een korting op de te betalen belasting van 0,1% over het saldo op deze groenrekening tot €26.312 (of het dubbele bij fiscaal partnerschap).

Deze belastingvoordelen zijn aanzienlijk kleiner dan dit jaar: er geldt in 2024 nog een vrijstelling van €71.251 en een heffingskorting van 0,7%.

4. Streep door FBI-regime voor vastgoedbeleggingen

Een domper voor vastgoedbeleggers: vanaf 1 januari 2025 vervalt het fiscaalvriendelijke FBI-regime. Een fiscale beleggingsinstelling (FBI) kan dan niet langer direct in Nederlands vastgoed beleggen. Gebeurt dat toch, dan moet over vastgoed in Nederland 25,8% vennootschapsbelasting worden betaald.

5. Inkomstenbelasting: extra schijf

In de inkomstenbelasting in box 1 komt er in 2025 een schijf bij. Nu zijn er nog twee belastingschijven:

• 36,97% voor het inkomen tot en met €75.518
• 49,50% voor het inkomen hierboven

Dat worden er straks drie:

• 35,82% voor het inkomen tot € 38.441
• 37,48% voor het inkomen tussen €38.441 en 76.817
• 49,50% voor het inkomen daarboven

... en dat betekent meer hypotheekrentaftrek voor hogere inkomens

Wat de impact van deze extra belastingschijf is, hangt af van verschillende factoren. Voor huiseigenaren met een inkomen vanaf €38.441 is het goed nieuws. Zij mogen de hypotheekrente aftrekken tegen een iets hoger percentage (37,48%) dan inkomens die vallen in het laagste tarief (35,82%), zo meldde economenvakblad ESB onlangs.

6. Lagere algemene heffingskorting

Voordat u zich rijk rekent: de maximale algemene heffingskorting (een vast bedrag dat voor iedereen in mindering wordt gebracht op de te betalen belasting) gaat in 2025 met €294 omlaag naar €3.068.

Wel wordt de inkomensgrens waarbij deze heffingskorting wordt afgebouwd opgetrokken, van €24.812 naar €28.406.

7. Iets hogere arbeidskorting (en ouderenkorting)

2025 pakt wél wat gunstiger uit voor een andere belastingkorting: de arbeidskorting. Dat is een inkomensafhankelijke heffingskorting waar iedere werkende tot een bepaald inkomen aanspraak op maakt.

In 2025 wordt die grens verhoogd van €124.935 tot €129.078. Bovendien wordt het maximum iets opgetrokken van €5.532 naar €5.599.

De ouderenkorting (voor AOW-gerechtigden) stijgt in 2025 met €25 naar €2.035. De alleenstaandeouderenkorting (voor wie een AOW-uitkering voor gehuwden krijgt, maar een partner in een verzorgingstehuis heeft) loopt op van €524 naar €531.

8. Minimumuurloon omhoog

Het minimumuurloon stijgt met circa 2,77% naar €14,06 per uur voor werknemers vanaf 21 jaar. Hier ziet u de bedragen:

9. Thuiswerkvergoeding iets omhoog

De onbelaste thuiswerkvergoeding gaat met ruim 2,1% omhoog naar €2,40 per dag. Zo'n thuiswerkvergoeding is trouwens niet verplicht.

10. Einde aan belastingmiddeling

Voor belastingplichtigen met sterk wisselende inkomsten komt er nu dan toch echt een einde aan een gunstige belastingregeling: belastingmiddeling. Hierbij mocht het inkomen over drie aaneengesloten jaren worden gemiddeld, waardoor een kleiner deel van het inkomen uit een goed belastingjaar in de hoogste belastingschijf terechtkwam. Het laatste tijdvak waarover u nog kunt middelen is 2022, 2023 en 2024.

11. Hogere vrijstelling schenkbelasting

De schenkingsvrijstellingen gaan in 2025 iets omhoog. Ouders mogen volgend jaar €6.713 belastingvrij schenken aan hun kind (tegen €6.633 in 2024). Voor overige schenkingen geldt een vrijstelling van €2.690.

Daarnaast mogen ouders aan hun kind van 18 tot 40 jaar eenmalig een extra hoog bedrag belastingvrij schenken: €32.195. Gaat het geld naar een peperdure studie (van minimaal €20.000 euro per jaar), dan geldt een extra hoge vrijstelling van €67.064.

12. Hogere vergoeding voor kinderopvang

Werkende ouders die hun kind naar de kinderopvang brengen, krijgen een deel van de kosten vergoed, via de kinderopvangtoeslag. De maximumuurprijs (het door de overheid bepaalde maximale uurtarief waarover de Belastingdienst kinderopvangtoeslag uitkeert) gaat in 2025 iets omhoog naar:

• kinderdagverblijf: €10,71 (tegen €10,25 nu)
• gastouderopvang: €8,10 (tegen €7,53 nu)
• buitenschools opvang: €9,52 (tegen €9,12 nu)

Brengt het kinderdagverblijf of de gastouder meer in rekening, dan moet u het verschil zelf betalen. Is het tarief lager, dan krijgt u kinderopvangtoeslag over dat goedkopere tarief. U heeft per kind recht op maximaal 230 uur kinderopvangtoeslag per maand.

De totale kinderopvangtoeslag is deels inkomensafhankelijk. Gezinnen met een inkomen tussen ongeveer €29.400 en €159.200 krijgen in 2025 een groter deel van de kosten voor kinderopvang vergoed. Bent u benieuwd waar u volgend jaar recht op hebt? Dat kunt u checken in deze tabel.

13. Kinderbijslag omhoog

Ook de kinderbijslag gaat omhoog. Dit zijn de bedragen die de Sociale Verzekeringsbank per kwartaal gaat overmaken:

• per kind tot en met 5 jaar: €286,45
• per kind van 6 tot en met 11 jaar: €347,83
• per kind van 12 tot en met 17 jaar: €409,21

Op die verhoging moet u nog wel even wachten: de nieuwe bedragen voor het eerste kwartaal van 2025 worden pas vanaf april uitgekeerd.

4. Eigen woning: hogere grens startersvrijstelling overdrachtsbelasting

Woningzoekenden tussen 18 en 35 jaar, zijn onder voorwaarden vrijgesteld van overdrachtsbelasting bij de aankoop van hun eerste woning. Dit scheelt 2% over de woningwaarde. Dit fiscale voordeel is eenmalig en geldt alleen voor woningen tot een bepaalde waarde.

Vanaf 1 januari 2025 gaat deze woningwaardegrens omhoog van €510.000 naar €525.000. Koopt u een huis samen met een partner die ouder is dan 35 jaar, dan betalen jullie over zijn of haar deel wel 2% overdrachtsbelasting.

15. Loonstijging? Dan meer hypotheek

Wie een huis koopt, heeft waarschijnlijk een hypotheek nodig. Hoeveel u kunt lenen, hangt af van uw inkomen, de hoogte van de hypotheekrente, lopende leningen en het energielabel van de woning. Maar ook van de hypotheeknormen, die elk jaar worden vastgesteld door het Nibud. Deze normen moeten voorkomen dat huizenkopers meer lenen dan verantwoord is.

Wie in 2025 een loonsverhoging van 4,3% krijgt (de gemiddelde stijging van de CAO-lonen die het Centraal Planbureau in 2025 verwacht), kan een iets hogere hypotheek krijgen dan in 2024. Blijft uw salaris gelijk, dan daalt de leencapaciteit voor huishoudens met een inkomen vanaf €60.000 per jaar ten opzichte van 2024.

In de onderstaande grafiek kunt u zien hoeveel een huishouden kan lenen voor een huis met de verwachte loonstijging van 4,3% (rode lijn) en zonder loonstijging (blauwe lijn).

16. Alleenstaanden mogen meer lenen voor aankoop woning

In 2024 konden alleenstaanden een extra bedrag van €16.000 lenen om een woning te kopen. Komend jaar gaat dit bedrag omhoog naar €17.000.

17. Studieschuld weegt zwaarder mee in hypotheek

In 2025 wordt de zogeheten bruteringsfactor voor studieschulden iets verhoogd. Dat betekent dat een studieschuld zwaarder meetelt bij het berekenen van uw maximale hypotheek. Ex-studenten met een forse studieschuld  kunnen dus volgend jaar waarschijnlijk een minder hoge hypotheek krijgen dan nu.

18. Leengrens NHG-hypotheek gaat omhoog

Een lening met Nationale Hypotheekgarantie (NHG) is gunstig. U geniet rentevoordeel èn heeft een vangnet als u de hypotheeklasten niet meer kunt betalen, als gevolg van een nare gebeurtenis, zoals een echtscheiding, arbeidsongeschiktheid of het verlies van uw baan.

Het grensbedrag om hiervoor in aanmerking te komen gaat in 2025 omhoog van €435.000 naar €450.000. Wilt u energiebesparende maatregelen meefinancieren, dan geldt straks een hogere grens van €477.000 (tegen €461.100 nu).

19. ... en afsluitpremie omlaag

Zoals gezegd betaalt u minder hypotheekrente met een lening met NHG. Hier staat wel tegenover dat u bij het afsluiten een extra bedrag moet neertellen. Deze afsluitpremie gaat in 2025 omlaag naar 0,4% (tegen 0,6% nu). Een NHG-hypotheek wordt daarmee goedkoper en dat is natuurlijk gunstig.

Overigens komen mogelijk meer huizenkopers met een flexibel inkomen in aanmerking voor een hypotheek met NHG.

20. Eigenwoningforfait blijft 0,35% voor meeste woningen

Huizenbezitters die geen (vrijwel) volledig afgeloste hypotheek hebben, moeten voor hun huis een bedrag bij hun inkomen optellen: het eigenwoningforfait. Dit is een percentage van de WOZ-waarde van uw woning. Voor de meeste woningen (met een WOZ-waarde van €75.000 tot €1.310.000) bedraagt het eigenwoningforfait 0,35%. Dat tarief blijft gelijk.

... maar grens 'villabelasting' omhoog

Eigenaren van duurdere woningen, betalen meer: in de volksmond 'villabelasting' genoemd. De drempel voor het verhoogde eigenwoningforfait gaat in 2025 omhoog van €1.310.000 naar €1.330.000. Heeft u een woning met een WOZ-waarde die hoger is dan €1.330.000, dan geldt komend jaar een eigenwoningforfait van €4.655 + 2,35% van de waarde van de woning boven die €1.330.000. Dat is nu nog € 4.585 + 2,35% van de waarde van de woning boven €1.310.000.

21. Verdere afbouw 'Wet-Hillen'

Huizenbezitters die hun hypotheek volledig of grotendeels hebben afbetaald waren voorheen volledig vrijgesteld van het eigenwoningforfait, aangezien zij niet of nauwelijks hypotheekrente kunnen aftrekken: een regeling die bekendstond als de Wet-Hillen.

Deze regeling wordt sinds 2019 in dertig jaar met 3,3 procentpunt per jaar afgebouwd. Dit betekent dat u komend jaar een vrijstelling krijgt van 76,67% van het saldo van het eigenwoningforfait en een eventuele hypotheekrenteaftrek. Nu is dat nog 80%. In uw belastingaangifte over 2025 moet u dus 23,33% van het eigenwoningforfait opgeven en daar belasting over betalen.

22. WOZ-waarde neemt met 2,5% tot 4,5% toe

Begin 2025 krijgen huizenbezitters weer een WOZ-beschikking (per post of in de berichtenbox op MijnOverheid.nl). Van de hoogte van dit bedrag hangt nogal wat af, want de WOZ-waarde dient als grondslag voor allerlei belastingen, zoals het hierboven genoemde eigenwoningforfait, de onroerende zaakbelasting (OZB) en de erf- en schenkbelasting. Hoe hoger de WOZ-waarde is, hoe meer belasting u moet betalen.

De WOZ-waarde zal gemiddeld 2,5% tot 4,5% hoger uitpakken dan in 2024, verwacht de Waarderingskamer. In 2024 was de gemiddelde stijging 2,8%.

Let goed op: de WOZ-beschikking die u straks ontvangt, is gebaseerd op de verkoopprijzen van 2024. Bij uw aangifte inkomstenbelasting over 2024 moet u de WOZ-waarde die u begin 2024 heeft ontvangen gebruiken (met waardepeildatum 1 januari 2023).

23. Gemeentebelastingen stijgen met gemiddeld 4,8%

Huiseigenaren betalen in 2025 gemiddeld €995 aan gemeentelijke belastingen en heffingen. Dat is €45 (ofwel zo'n 4,8%) meer dan dit jaar, zo blijkt uit een onderzoek van Vereniging Eigen Huis naar de woonlasten in 113 gemeenten. Hieronder vallen de onroerendezaakbelasting (OZB), afvalstoffenheffing en rioolheffing. De verschillen per gemeente zijn wel groot.

24. Wijziging rente op studieschuld

De rente op studieschulden wordt aangepast. Of dat in uw voordeel uitpakt, hangt af van de categorie waartoe u behoort. Voor studenten die de schuld in 35 jaar mogen aflossen (het overgrote deel) gaat deze rente omhoog. Voor wie onder het oude stelsel valt (met een aflostermijn van 15 jaar) gaat deze omlaag.

25. Ondernemers: toptarief box 2 omlaag, grensbedrag omhoog

Heeft u minimaal 5% van de aandelen (of stemrecht) in een BV, dan moet u belasting betalen als u winst uitkeert aan uzelf als directeur-grootaandeelhouder. Dit valt in box 2 van de inkomstenbelasting. Het kan hierbij gaan om een winstuitkering (dividend) of winst uit verkoop van uw aandelen.

In box 2 komen er in 2025 twee meevallers. Ten eerste gaat het toptarief omlaag, van 33% naar 31%, waardoor u over hogere winstuitkeringen minder belasting hoeft te betalen. Ten tweede komt u minder snel in het toptarief (de grens ligt straks op €67.804 in plaats van €67.000).

Dit zijn straks de tarieven:

• 24%: over eerste €67.804
• 31% over het bedrag hierboven

26. Vennootschapsbelasting blijft gelijk

Ondernemers met een BV of NV moeten belasting betalen over de belastbare winst: vennootschapsbelasting (vpb). De tarieven en schijven blijven wederom gelijk. Dat betekent:

• 19%: tot een winst van €200.000
• 25,8%: voor het bedrag erboven.

27. Lagere zelfstandigenaftrek

Wie door de Belastingdienst wordt erkend als zelfstandig ondernemer voor de inkomstenbelasting en voldoet aan het zogeheten urencriterium, komt in aanmerking voor de zogeheten zelfstandigenaftrek. U mag dan een bepaald bedrag aftrekken van de winst.

Deze aftrekpost wordt al jaren versneld afgebouwd, in ruil voor een verhoging van de arbeidskorting. Het kabinet wil zo het verschil tussen zelfstandige ondernemers (zzp'ers) en werknemers in de inkomstenbelasting verkleinen.

In 2025 daalt de zelfstandigenaftrek naar €2.470. Nu is dat nog €3.750. Omdat u minder geld mag aftrekken, betaalt u meer belasting.

28. MKB-winstvrijstelling daalt

Er wordt ook gesneden in de MKB-winstvrijstelling, bedoeld voor alle kleine ondernemers (ongeacht of ze voldoen aan het urencriterium). Deze daalt in 2025 naar 12,7%. Nu is dat  nog 13,31%. Hierdoor gaat u dus over een groter deel van uw winst of inkomen belasting betalen.

29. Hogere bijtelling EV's

Wie de auto van de zaak ook gebruikt voor privéritten (meer dan 500 kilometer per jaar), wordt geconfronteerd met een bijtelling: een bedrag dat u bij uw belastbare inkomen in box 1 moet optellen. Dit is een bepaald percentage van de cataloguswaarde van de auto.

Voor de bijtelling gelden twee tarieven: een regulier tarief van 22% en een verlaagd tarief voor volledig elektrische auto's. Het tarief voor elektrische auto's gaat komend jaar iets omhoog. Dit wordt de bijtelling in 2025:

• 22% van de cataloguswaarde voor gewone leaseauto's
• 17% voor volledig elektrische auto's (nu nog 16%) tot een cataloguswaarde €30.000

In 2026 verdwijnt het onderscheid tussen EV's en overige auto's en geldt voor iedereen een bijtelling van 22%.

De tarieven voor de bijtelling blijven 60 maanden geldig vanaf de eerste dag van de maand nadat de auto voor het eerst op naam is gesteld. Daarna wordt het bijtellingspercentage opnieuw vastgesteld volgens de regels die op dat moment gelden.

30. Einde aan vrijstelling motorrijtuigenbelasting en BPM EV's

Verder vervalt in 2025 de volledige vrijstelling van wegenbelasting voor elektrische auto's. U krijgt wel een belastingkorting van 75% en betaalt dus een kwart van het reguliere tarief. Vanaf 2026 wordt deze korting afgebouwd, en vanaf 2030 betaalt u het volle pond.

Ook de vrijstelling voor aanschafbelasting (BPM) verdwijnt in 2025. Er geldt dan een vast BPM-tarief van €667 per auto.

Lees meer over geldzaken:

• 8 zaken die u nog voor 1 januari 2025 moet regelen - of juist beter kunt uitstellen
• Alles verkopen en in januari instappen om box 3-belasting te besparen: slim idee?
• 5 slimme manieren om op de valreep van 2024 box 3-belasting te besparen