Deze 3 bedrijven zijn duurzamer dan u denkt

Als je probeert te doorgronden hoe duurzaam een bedrijf nu precies is, komt direct de grote vraag: wat is duurzaam? Alleen aan die kwestie al kunnen we een boek wijden, maar we proberen het hier iets meer behapbaar te houden.

We kijken naar de Dow Jones Sustainability Index (DJSI). Dat is de maatstaf om de prestaties van bedrijven wereldwijd te bepalen op het gebied van ESG (environmental, social, governance, in het Nederlands economisch, milieu, sociaal).

De DJSI bestaat uit globale en regionale indices. Die hanteren een best in class-benadering: er staan alleen bedrijven in die méér voldoen aan duurzaamheidscriteria dan de meerderheid in een bepaalde sector. Ook kijken we naar de prestaties in Morningstar Sustainalytics, dat individuele aandelen beoordeelt op hun ESG-score.

Niet voor de hand liggend

Die kijkt vooral naar de risico’s en wat gedaan wordt om die risico’s aan te pakken. De volgende drie Nederlandse bedrijven kunnen als inspiratie dienen voor beleggers die, buiten de voor de hand liggende sectoren, op zoek zijn naar bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan.

We bekijken wat zij concreet doen om de wereld een stukje beter te maken en welke positie zij innemen in verschillende duurzaamheids-rankings.

PostNL

PostNL staat op de vijfde plaats in de DJSI in de transport- en logistieke sector. Het bedrijf heeft zichzelf tot doel gesteld om uiterlijk in 2030 alle pakketten en brieven in de Benelux uitstootvrij te bezorgen in the last mile. Als tussenstap moet in 2025 in 25 binnensteden uitstootvrij bezorgd worden.

Hoe gaat PostNL dit doen? Het bedrijf wil beter samenwerken in de keten door het bundelen van verzendingen, zodat de bezorger alles in één route kan halen en brengen, zo staat op de website. Ook moet er minder lucht in de verpakkingen komen en stimuleert het concern het laten bezorgen op PostNL-locaties.

Ook wordt meer ingezet op fietsen en elektrische voertuigen en bij de vrachtwagens wordt zo veel mogelijk overgestapt op fossielvrije brandstoffen, zoals biogas en bioLNG.

Daarnaast worden gebouwen en pakkettensorteercentra verduurzaamd. ‘We installeren LED-verlichting en gemiddeld wekken we 50% van de elektriciteit voor onze sorteercentra duurzaam op dankzij zonnepanelen. Inmiddels zijn meer dan een kwart van onze pakkettensorteercentra met het BREEAM-duurzaamheidskeurmerk voor duurzame gebouwen met minimale milieu-impact gecertificeerd.

We hebben als doel dat we op korte termijn alle sorteercentra met BREEAM hebben gecertificeerd’, aldus PostNL. PostNL staat op nummer 32 van de 358 bedrijven binnen de sector in de Company ESG Risk Ratings (nummer 1 kent het laagste risico) van Morningstar Sustainalytics. Dat lijkt vooral gebaseerd op de E (environment) van ESG, want op sociaal gebied is er nog wel wat werk aan de winkel voor PostNL.

Recent kwam PostNL België slecht in het nieuws. Het bedrijf zou zich schuldig maken aan kinderarbeid en het zwart laten werken van medewerkers. Volgens analist Martin Crum van de IEX Beleggersdesk is het een serieus probleem.

‘Een oplossing kan zijn dat PostNL bezorgers in vaste dienst neemt en niet langer werkt met onderaannemers waar het geen zicht op heeft, maar wel verantwoordelijk voor wordt gesteld. Dat gaat dan uiteraard wel ten koste van de hoge winstgevendheid in België.’

'Op sociaal gebied is er nog werk aan de winkel voor PostNL'

DSM

Chemiebedrijf DSM zet al jaren vol in op duurzaamheid, maar dat is wellicht nog niet bij iedere belegger bekend. Ruim honderd jaar geleden verdiende DSM nog met voornamelijk steenkolen haar geld, maar het bedrijf heeft een enorme transformatie doorgemaakt.

Het is nu voornamelijk gericht op gezondheid, vitamines en voedingsingrediënten en is koploper op het gebied van duurzaamheid in de sector. DSM springt eruit, want het concern staat binnen de sector op nummer 13 van de 466 bedrijven in de Company ESG Risk Ratings van Morningstar Sustainalytics.

Het duurzaamheidsrisico wordt geklasseerd als ‘laag’ terwijl het management aangaande het ESG-beleid als ‘sterk’ wordt beoordeeld. Met het volledig inzetten op duurzaamheid werd zo’n vijftien jaar geleden begonnen. Het was niet altijd makkelijk om aandeelhouders daarvan te overtuigen, zei Feike Sijbesma – van 2007 tot 2020 CEO van DSM – in zijn afscheidsinterview met De Telegraaf.

Maar volgens hem kan het concern alleen nog geld verdienen als het duurzaam is. ‘Dertien jaar geleden twijfelden aandeelhouders of je duurzaam kunt zijn en tegelijkertijd winst kunt maken. Nu zeggen ze dat je winst kunt maken en duurzaam kunt zijn. Over enkele jaren zeggen ze dat je alleen nog maar winst kunt maken als je duurzaam bent.’

DSM zet niet alleen in op gezondere voeding met minder suiker, maar ook op het optimaliseren van diervoeding. Methaanremmer Bovaer is hier een voorbeeld van. Door dit product aan het voer toe te voegen, kan het – afhankelijk van de voeding van de koe – de methaanuitstoot per dier tot wel 40% verminderen, zo bleek uit onderzoek van Wageningen Livestock Research.

DSM werkt ook veel samen met andere bedrijven om te zorgen dat de Sustainable Development Goals van de VN behaald worden. Een voorbeeld is de samenwerking met Evonik. Met deze partij is onder de naam Veramaris een alternatieve bron van Omega 3-vetzuren ontwikkeld; vetzuren uit zee-algen.

Zo wordt een stap gezet in de strijd tegen overbevissing. DSM staat zeer hoog in Barron’s lijst met de 20 duurzaamste bedrijven buiten de VS, namelijk op plek 4. De lijst is gebaseerd op data en analyse van Calvert Research & Management, onderdeel van Morgan Stanley en een van de grootste maatschappijen voor verantwoord beleggen in de VS. Hiervoor werden duizend bedrijven in 26 ontwikkelde markten buiten de VS gerangschikt.

'Bij duurzaamheid denk je snel aan milieu en klimaat. Maar sociale kenmerken en goed ondernemingsbestuur horen er ook bij'

Besi

Tot slot BE Semiconductor Industries (Besi). De chipmachinefabrikant staat op nummer 17 van de 304 bedrijven in de sector in de ranking van Morningstar Sustainalytics. ‘Ze behoren dus tot de beste 6% in de technologiesector’, zegt Loege Schilder van de Duurzaam Beleggen Academie. In een column die begin dit jaar op IEX.nl verscheen, wees hij al kort op Besi.

‘Er bestaat wel een verschil met bijvoorbeeld DSM’, legt hij uit. ‘Besi verdient genoeg geld om te kunnen investeren in duurzaamheid. DSM profileert zich echt als purpose led company. Duurzaamheid is de topprioriteit en daarbij heeft DSM een missie: hoe kunnen wij eraan bijdragen om de voedselvoorziening in de wereld toekomstbestendig te maken?

Besi is wat minder radicaal, maar verdient absoluut een plekje in deze lijst omdat er hard gewerkt wordt aan de verduurzaming van het concern.’ In het jaarverslag van Besi staat dat de CO2- uitstoot dit jaar al 15% verminderd moet zijn ten opzichte van 2019. In 2030 is het doel om 60% minder uit te stoten.

Schilder: ‘Belangrijk bij de uitstoot is dat die losstaat van de omzet. Dus als de omzet groeit, mag de uitstoot niet meegroeien.’ Het doel is om in 2050 CO2-neutraal te produceren. ‘100% renewable wordt nu al gehaald in Europa, maar de meeste productielocaties bevinden zich in Azië. Daar is de uitdaging groter. Wereldwijd wordt op dit moment 25% CO2-neutraal geproduceerd. In 2030 moet dat dus naar 60%. Verder worden klanten gestimuleerd de energieconsumptie omlaag te brengen.’

Schilder maakt een belangrijke kanttekening bij dit verhaal. ‘Bij duurzaamheid wordt al snel gedacht aan milieu en klimaat, maar het is breder. Sociale kenmerken en goed ondernemingsbestuur maken er net zo goed deel van uit. Ik spreek daarom liever van maatschappelijk verantwoord beleggen dan van duurzaam beleggen.’

In 2030 moet bijvoorbeeld ook 80% van de grondstoffen uit niet-conflictgebieden afkomstig zijn. ‘Je zou denken: waarom niet 100%? Maar die 80% is al best een stevige doelstelling, als je nagaat dat een belangrijk deel van de grondstoffen nu eenmaal uit conflictgebieden afkomstig is. Op deze manier proberen ze zo veel mogelijk te voorkomen dat ze meewerken aan het financieren van sociale misstanden.’

Besi scoort verder goed op het percentage vrouwelijke managers en het percentage lokale managers. 19% van de managers is nu vrouw, dat is 2% meer dan in 2019. In 2030 moet 24% van het management vrouwelijk zijn.

Daarnaast speelt werknemerstevredenheid een rol. Het aantal uren per jaar dat werknemers mogen besteden aan trainingen en cursussen ligt voor 2022 op 23, en moet in 2030 naar 47 uur.