Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee
IEX 25 jaar desktop iconMarkt Monitor

Is het opkomende sprookje uit?

Drie opkomende-marktenfondsen vergeleken.

Vorig jaar was het jaar van de explosieve daling van de grondstoffenprijzen en van de stagnerende Chinese economie. Beide ontwikkelingen trokken een wissel op het rendement van opkomende aandelen. Vooral opkomende markten, die sterk afhankelijk zijn van de export van grondstoffen zoals Brazilië, Rusland, Maleisië en Zuid-Afrika, zitten klem.

Terwijl de vraag naar grondstoffen daalt, weigerden grondstofproducenten hun aanbod te verlagen. U hoeft geen economie te hebben gestudeerd om te weten wat er dan met de prijs gebeurt.

Wat de opkomende wereld ook niet helpt, is de zwakke vraag uit de volwassen landen. Na het uitbreken van de kredietcrisis liep de vraag sterk terug en die is nog lang niet terug op de het oude niveau. De reactie van de verschillende opkomende markten was opmerkelijk gelijk.

Opkomende kredietcrisis

Om de teruggelopen export te compenseren stimuleerden zij de binnenlandse vraag. Dat leidde tot een enorme stijging van de private schuld, waardoor economen nu een opkomende kredietcrisis vrezen. Daarnaast besloten opkomende landen om hun munt te devalueren.

Dat bleek ook niet de oplossing, want als iedereen hetzelfde doet, schiet niemand er wat mee op. Eigenlijk werd alleen de dollar meer waard. Dat is extra vervelend voor de opkomende wereld, omdat een belangrijk deel van hun schulden in dollars is genoteerd.

Einde van het sprookje

Is het opkomende sprookje uit? In geen geval. Maar meer dan ooit zullen beleggers selectief te werk moeten gaan. Naast opkomende landen, die last hebben van de grondstoffencrisis, zijn er ook landen, die er juist van profiteren.

China bijvoorbeeld, dat een grootafnemer is van metalen. Of India, dat al zijn energie (lees: olie) uit het buitenland haalt. Met de val van de olieprijs ziet de Indiase betalingsbalans er meteen een stuk beter uit.

Ook met de zorgwekkende situatie van China valt het reuze mee. De economie van het land verandert van een ouderwetse productie gedreven exporteconomie naar een moderne economie, waarin diensten en de binnenlandse consument belangrijker worden.

Beijing heeft in zijn laatste vijfjarenplan de jaarlijkse economische groei verlaagd van 7 naar 6,5%. Dat duidt niet op crisis. Het belangrijkste voor de Chinese regering is om de bevolking aan het werk te houden. Zolang dat lukt, is er niets aan de hand.

Opkomende herstelkansen

Hoofdeconoom Anton Brender van Candriam maakt zich veel grotere zorgen over Brazilië. Dat land wordt ongenadig hard getroffen door de prijsdaling van ijzererts en olie, maar heeft daarnaast ook nog te maken met een hevig corruptieschandaal (Petrobas) en in het verlengde daarvan een verlamde politiek.

Nu de aandelenkoersen in de meeste opkomende landen, behalve India dan, sterk zijn gedaald, roepen steeds meer beleggingshuizen op om de opkomende gok weer te wagen. Drie argumenten worden daarvoor gegeven.

  1. Aandelen uit opkomende landen zijn inmiddels historisch goedkoop.
  2. De waarde van opkomende valuta’s hebben hun dieptepunt bereikt.
  3. Opkomende economieën zullen profiteren van de verbeterde economische gang van zaken in de Verenigde Staten en Europa.

Kempen Capital Management breekt in zijn outlook een lans voor aandelen uit de opkomende wereld. Het beleggingshuis, dat vooral sterk is in Nederlandse en Europese smallcapaandelen verwacht dat opkomende aandelen op de lange termijn een gemiddeld jaarlijks rendement zullen boeken van 9%.

Dat is veel meer dat de schattingen voor Amerikaanse aandelen (3,5%), Europese aandelen (5%), staatsobligaties (0,5%) en kredietwaardige bedrijfsobligaties (1,5%).

Maar zoals gezegd, opkomende wereld is alles behalve homogeen. Het ene opkomende land is het andere niet. Hoe goed een belegging in opkomende aandelen rendeert, is sterk afhankelijk van de keuzes die het management van een fonds maakt. Ik vergelijk er drie:

Alle zijn door Morningstar met drie sterren gewaardeerd. Alle zijn in euro’s genoteerd. Wat zijn de verschillen?

Kosten

  • Blackrock EM: 1,09%
  • Henderson EM: 1,80%
  • Robeco EM: 1,01%

Rendement 5 jaar (gemiddeld per jaar)

  • Blackrock EM: -1,25%
  • Henderson EM: -0,91%
  • Robeco EM: -1,01%

Rendement 3 jaar (gemiddeld per jaar)

  • Blackrock EM: -1,66%
  • Henderson EM: 0,64%
  • Robeco EM: 0,23%

Risico’s (standaarddeviatie)

  • Blackrock EM: 14,30
  • Henderson EM: 13,37
  • Robeco EM: 15,53

Fondsvermogen

  • Blackrock EM: 405 miljoen dollar
  • Henderson EM: 45 miljoen dollar
  • Robeco EM: 732 miljoen euro

Geografische verdeling

  • Blackrock EM: opkomend Azië (43%), volwassen Azië (21%), Latijns-Amerika (6%)
  • Henderson EM: Latijns-Amerika (26%), opkomend Azië (16%), volwassen Azië (16%)
  • Robeco EM: opkomend Azië (49%), volwassen Azië (34%), opkomend Europa (5,7%)

Top 3-sectoren

  • Blackrock EM: Financials (32%), tech (27%), cyclische consumptiegoederen (9%) 
  • Henderson EM: Defensieve consumptiegoederen (31%), financials (16%), cyclische consumptiegoederen (13%)
  • Robeco EM: Financials (25%), tech (23%), cyclische consumptiegoederen (13%)

Aantal aandelen

  • Blackrock EM: 72
  • Henderson EM: 59
  • Robeco EM: 101

Conclusies

Geen van de drie geanalyseerde EM-fondsen belegt 100% in de opkomende markten. Alledrie hebben hun mandaat verbreedt, waardoor ook volwassen bedrijven met veel activiteiten in de opkomende wereld mogen meedoen. Zo heeft het fonds van Henderson Unilever en bierbrouwer Inbev in de portefeuille zitten.

Geen van de drie fondsen heeft in 2015 een positief rendement geboekt. Toch vallen de verliezen best mee. Alleen het opkomendemarktenfonds van Blackrock rendeert duidelijk slechter. Dat fonds deed het ook op de middellange termijn minder goed.

Het fonds met de beste rendementen is dat van Henderson, maar het Robecofonds volgt op kleine afstand. Het fonds van Henderson is duidelijk een buitenbeentje. Terwijl de fondsen van Robeco (83%) en Blackrock (64%) hun fondsvermogen grotendeels in Azië hebben zitten, kiest het kleine en dure fonds van het Britse Henderson juist voor Latijns-Amerika.

Verschil met de andere twee fondsen is ook dat het EM-fonds van Henderson veel minder is belegd in financials en techbedrijven, maar zich sterk richt op defensieve consumptiegoederen. De waarschijnlijk achterliggende gedachte: ook als economieën minder goed presteren, moeten mensen eten en drinken.

De focus op deze sector verklaart ook waarom het fonds van Henderson minder risicovol is. De focus op defensieve aandelen is goed in mindere tijden, maar wat als de opkomende economieën weer aantrekken? Waarschijnlijk heeft fondsmanager Glen Finegan van Henderson daar ook wel een antwoord op.


Rob Stallinga is financieel journalist. De informatie in zijn artikelen is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Meld u aan voor de dagelijkse Beursupdate

Dagelijks een update van het laatste beursnieuws en beleggingskansen in uw mailbox!

 
Rob Stallinga

Auteur:

Rob Stallinga is sinds maart 2015 redacteur van IEXProfs. In 2004 werd hij hoofdredacteur van het beleggingsblad Safe. Daarnaast schreef hij voor Quote en andere financiële titels.

Gerelateerd

Reacties

2 Posts
| Omlaag ↓
  1. [verwijderd] 2 februari 2016 13:19
    Quote uit artikel: "Ook met de zorgwekkende situatie van China valt het reuze mee. De economie van het land verandert van een ouderwetse productie gedreven exporteconomie naar een moderne economie, waarin diensten en de binnenlandse consument belangrijker worden.

    Beijing heeft in zijn laatste vijfjarenplan de jaarlijkse economische groei verlaagd van 7 naar 6,5%. Dat duidt niet op crisis. Het belangrijkste voor de Chinese regering is om de bevolking aan het werk te houden. Zolang dat lukt, is er niets aan de hand."

    Mijn vraag aan jou: Uit welk ei kom jij? Heb je je wel eens wat meer verdiept in de economische situatie van China? Je geeft hier namelijk geen blijk van.

    1. China heeft een exorbitant hoge schuld opgebouwd van meer dan 250% van het bruto binnenlands product. Deze schuld is nog maar zeer kortgeleden ontstaan.
    2. China heeft in haar bouwdrift (30% van de Chinese economie wordt gevormd door de bouwindustrie) net zoveel beton verbruikt over de afgelopen 4 jaar dan de VS heeft gedaan in de afgelopen 100 jaar.
    3. Water (eerste levensbehoefte) Het water in China vervuilt in rap tempo. De Chinese economie verbruikt voor overeenkomstige productie eenheden tussen de 4 a 10 keer meer water dan vergelijkbare economieën. 90% van het grondwater is sterk vervuild en 25% van het water in de rivier kan geeneens meer gebruikt worden voor land en akkerbouw.
    4. De verandering van productie gedreven naar consumptie gedreven economie, mag dan wel een wens zijn Van China, maar er zijn amper tastbare veranderingen aanwijsbaar.

    Nu jij weer Rob

2 Posts
|Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met je emailadres en wachtwoord.