Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee
IEX 25 jaar desktop iconMarkt Monitor

Short gaan voor leken

De definitie van ‘short gaan’ is het verkopen van aandelen die je niet in bezit hebt. Dit klinkt, zelfs na het twee keer hardop lezen van deze zin, als een schoolvoorbeeld van contradictio in terminis. Hoe kun je aandelen verkopen zonder deze in bezit te hebben? In het IEX Beursspel is het, anders dan in praktijk, voor particuliere beleggers mogelijk om short te gaan in aandelen en dit levert veel vragen op.

De theorie is niet eenvoudig, maar ik zal het toch proberen uit te leggen. Om aandelen te kunnen verkopen die je niet eerst hebt gekocht, zult je ze toch in je bezit moeten krijgen. Als je ze niet wilt stelen, zul je ze moeten lenen. En dat kan bij een partij die heel veel aandelen in bezit heeft voor de langere termijn, zoals een bank, verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds. Voor het lenen betaalt die belegger een vergoeding.

Om deze aandelen te mogen lenen, moet de belegger de onderliggende waarde kunnen dekken oftewel ‘hedgen’. De onderliggende waarde van de geleende aandelen wordt op een geblokkeerde bankrekening gezet, zodat de uitlenende partij de garantie heeft dat de belegger voor de geleende aandelen kan betalen als dat nodig mocht zijn.

De belegger verkoopt vervolgens de geleende aandelen (zeg: tegen 6 euro). Dan gaat, volgens verwachting van de belegger, de koers dalen. Vervolgens koopt de belegger de aandelen tegen die lagere koers, en geeft nu de geleende aandelen terug aan degene van wie hij de stukken geleend heeft.

Hoe verdient de belegger hier nu zelf geld aan? De geleende aandelen had hij al verkocht voor 6 euro per aandeel. Nu geeft hij de aandelen terug, die hij heeft teruggekocht voor bijvoorbeeld 5,50 euro per aandeel. Hij verdient nu dus 0,50 per aandeel, en dat is zijn winst. Van deze winst moet echter nog de vergoeding worden afgetrokken.

In de praktijk is het koersverloop niet of nauwelijks te voorspellen. Zo kan het dus voorkomen dat de koers van het aandeel waarin de belegger short zit, gaat stijgen. Een koersstijging is op zijn zachtst gezegd niet wenselijk. Het betekent dat de belegger aandelen tegen een hogere prijs moet kopen om de schuld aan de uitlenende partij te kunnen aflossen. Dat levert soms wilde taferelen op de beurs op. Niet alleen betekent een plotselinge, onverwachte koersstijging voor veel marktpartijen een omkering van het sentiment (waardoor veel mensen willen kopen). Voor de shorts betekent het een regelrechte aanslag op hun vermogen. Want zij zien hun geplande winst en een verlies omslaan en wel razendsnel. Dus zij moeten direct hun posities afdekken, tegen elke prijs. En omdat dat in een stijgende markt gebeurt, schiet de koers nog verder omhoog. In unieke situatie kan het gebeuren dat de aandelen in dat specifieke fonds niet aan te slepen zijn en de shorts door de marktsituatie echt worden ‘uitgeperst’. Een short-squeeze heet dat in jargon.

Particulieren, zelfs niet de heel rijken, kunnen door een nieuwe wetgeving niet meer short gaan. Zij kunnen aandelen niet lenen omdat voor het uitlenen een overeenkomst gesloten moet worden tussen de lener en de uitlener en ook het uitlenen van aandelen is niet mogelijk voor particulieren. Dit soort contracten is zeer uitgebreid en het afsluiten brengt hoge juridische kosten met zich mee, en zijn dus niet geschikt voor kleine aantallen aandelen. Banken mogen ook niet de aandelen uitlenen die niet van hen zijn maar van de klanten. Dus zelfs als het zou mogen, zijn de shortposities voor particulieren niet interessant alleen al niet wat betreft rendement.

Daarnaast hebben de banken geleerd van het verleden, waarin het voor kon komen dat particulieren door te grote posities in financiële nood kwamen door plotselinge koersstijgingen. Bij een koersstijging zag de belegger zich genoodzaakt aandelen tegen een hogere koers te kopen dan de koers waartegen hij de geleende aandelen verkocht. De belegger maakte geen winst, maar moest er juist geld bij leggen. Zo blijft er maar één partij over die wel aandelen mag en kan uitlenen, namelijk de professionele beleggers, zoals verzekeringsmaatschappijen en pensionfondsen. Voor het uitlenen van aandelen krijg je normaal bij benadering 1 procent fee. Dit is natuurlijk een leuk bedrag, zeker als het om zeer grote portefeuilles gaat. Maar als je per dag enkele procenten verliest en per jaar tientallen, dan is het natuurlijk de vraag of je blij moet zijn met het fooitje van een procent per jaar.

Een fonds waarin vele professionele beleggers de laatste weken short gingen was KPN. Mijn collega Frank van Dongen schreef: “Zoals algemeen bekend waren het de hedgefunds die KPN naar beneden drukten, omdat zij kennelijk wisten van de koers waartegen de claimemissie plaats zou vinden. Omdat meer mensen dit beginnen te begrijpen lopen de leentarieven op. Maar nog steeds praat je over een leen-fee van slechts 2,5% per jaar. Nu is het leuke van een leenovereenkomst dat degene die de stukken uitleent, over het algemeen gezien, de stukken terug kan vragen wanneer hij maar wil. Het hedgefund moet dan of van een ander zien te lenen of gewoon terug kopen in de markt. De grote jongens kunnen het short-spel dus gemakkelijk stoppen”.

Om aan te geven hoe moorddadig de shorts kunnen zijn kunnen we kijken naar een aandeel als Microstrategy Inc. of CMGI inc. Beide aandelen zijn in een korte tijd 91% gezakt. Je zou zeggen: deze dogs zijn genoeg gestraft, en dat vond de directie van Microstrategy ook. Zij riepen de aandeelhouder op de stukken niet meer uit te lenen en vertrouwen te hebben in het bedrijf. Een strategie die KPN ook zou moeten volgen.” Tot zover Van Dongen. Ook als professionele beleggers hun kruit droog willen houden en hun aandelen in de nabije toekomst willen verkopen, of als er al bijna geen aandelen meer in handen zijn van professionele partijen, kan de leenvergoeding sterk oplopen.

Dat was begin 2000 het geval met Baan, waarin de leenvergoeding vele procenten bedroeg.In het Beursspel is short gaan wel mogelijk. Gelukkig, want dat houdt het spel spannend. Maar wat moet je als particuliere belegger dan in het echt? Het enige dat overblijft is het kopen van een putoptie of een putwarrant. Daarmee profiteer je van een koersdaling maar loop je niet een al te groot risico als het fout gaat. Het verlies is gemaximeerd tot de hoogte van de premie.

Precies hetzelfde effect, maar mét meer risico, is het schrijven van een calloptie. Je vangt dan de premie van het schrijven, maar omdat de koers van het aandeel daalt (in jouw scenario) zal je nooit gedwongen worden om de stukken te leveren. Maar als de koers sterk stijgt, kun je de stukken wél moeten leveren. En dan is het maar te hopen dat je de stukken werkelijk in bezit hebt, anders ga je net zo 'nat' als een professioneel belegger die in een short squeeze terecht komt...
Rutger Derksen is marktredacteur van IEX. Op moment van publicatie had Derksen geen positie in de genoemde aandelen. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie is welkom op rutger@iex.nl

Rutger Derksen is marktredacteur van IEX.nl. Op moment van publicatie had Derksen geen positie in de genoemde aandelen. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Meld u aan voor de dagelijkse Beursupdate

Dagelijks een update van het laatste beursnieuws en beleggingskansen in uw mailbox!

 
Rutger Derksen

Auteur:

Rutger Derksen is marktredacteur van IEX.nl.

Gerelateerd

Reacties

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met je emailadres en wachtwoord.